Plan: | Stadsrandgebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00031-VG02 |
In het voorjaar van 2005 heeft de gemeenteraad het Structuurplan Lelystad 2015 vastgesteld. Het Structuurplan omvat een periode van nagenoeg 25 jaar, waarbij gedurende de periode tot 2015 hoofdzakelijk uitvoering zal worden gegeven aan het huidige, vastgestelde beleid en er dus voldoende ruimte in de tijd is om met de betrokken overheden overleg te voeren over de haalbaarheid van de door Lelystad gewenste ontwikkelingen.
In het Structuurplan wordt aandacht besteed aan de identiteit, de gewenste omvang van de stad, het groeitempo van de stad, het woonmilieu, de werksituatie, de infrastructuur, de benodigde voorzieningen et cetera. Reeds bestaande plannen - als resultante van het Masterplan Versnelde Groei - zoals bijvoorbeeld het Masterplan Stadshart Lelystad en de Structuurvisie Kust dienden nadrukkelijk in onderlinge samenhang als input voor het Structuurplan.
De hoofdlijnen van het Structuurplan zijn:
De uitzonderlijke ligging in de weidse polder en aan het IJssel- en Markermeer heeft veel potentie. De komst van de Hanzelijn (in 2012) en mogelijk in de toekomst nog de Zuiderzeelijn, plus de aanpassingen aan het rijkswegennet zullen de positie van Lelystad nog verder verbeteren. In het Structuurplan wordt een aantal beleidsuitgangspunten beschreven die ook van belang wordt gevonden voor Stadsrandgebied.
Structuurbeeld 2015 |
Wonen
Met betrekking tot de functie wonen is de hoofdopgave het ontwikkelen van een veelzijdige woonplaats voor een gedifferentieerd samengestelde bevolking. Het Structuurplan voorziet hierin door transformatie (herstructurering) van de wooneilanden, wat zich uit in het creëren van variatie in woonmilieus, waardoor wooneilanden met ieder hun eigen identiteit ontstaan. Het ontwikkelen van een nieuw woonmilieu langs de kust (buitendijks bouwen) en het verdichten in en nabij de knooppunten Stadshart en Kust (stedelijk wonen) zijn hierbij belangrijke elementen. De realisatie van de nieuwe woonwijken Park Houtribhoogte, Flevo Golf Resort en landgoed In de Noordzoom sluit goed aan bij dit uitgangspunt van het Structuurplan.
Groen en water
Lelystad is de groenste stad van Nederland (Onderzoek van Alterra, 2003). Dit groene imago dient gewaarborgd te blijven, onder andere door het versterken en variëren van de groen- en waterstructuur. De identiteit van Lelystad wordt mede bepaald door de duidelijke groenstructuur, de grootschalige groenelementen en de samenhang tussen groen en water in de stad en in het buitengebied. Een belangrijke opgave is het vergroten van de recreatieve waarde, toegankelijkheid en bruikbaarheid en het tegengaan van versnippering van natuur en landschap. De herkenbaarheid van de groen- en waterstructuur wordt vergroot door in het westelijk deel van de stad het accent op water te leggen (de Blauwe Stad) en in de oostkant het accent juist op groen te leggen (de Groene Stad). In het deelgebied Kustpark wordt het accent duidelijk op het water gelegd. Dit is terug te zien in de oriëntatie van het gebied op het IJsselmeer door de aanwezigheid van jachthavens en buitendijks bouwen (Park Houtribhoogte).
In de deelgebieden De Velden en Oostrandhout wordt het accent duidelijk op groen gelegd. Dit is terug te zien in het agrarische karakter van het gebied De Velden en het natuurlijke karakter van het gebied Oostrandhout.
Toerisme en recreatie
De hoofdopgave is het geven van een positieve impuls aan het imago van de stad door het verder ontwikkelen en versterken van recreatieve en toeristische voorzieningen in Lelystad, zowel voor dagrecreatie als verblijfsrecreatie. Lelystad heeft met name potenties op het gebied van water- en natuurrecreatie. Samenhang en compleetheid van het aanbod wordt op deze wijze gewaarborgd. Hiertoe zullen de dag- en verblijfsrecreatieve functies aan de kust worden uitgebreid, de waterrecreatie worden geoptimaliseerd en recreatieve routes langs de kust en de stadsranden worden ontwikkeld. De ligging aan het IJsselmeer en de aanwezigheid van de Zuigerplas en het Zuigerplasbos, het Gelderse en het Overijsselse Hout bieden goede mogelijkheden voor dag- en verblijfsrecreatie in het Stadsrandgebied.
Werken aan huis
Steeds meer mensen werken thuis, ook nieuwe bedrijven worden gestart vanuit huis. Het betreffen hierbij met name bedrijven in de zakelijke dienstverlening en persoonlijke dienstverlening.
Voor deze ontwikkeling dienen goede ruimtelijke voorwaarden te worden gecreëerd, om daarmee een bijdrage te leveren aan de werkgelegenheidstaakstelling. De rol van de gemeente ligt met name op het gebied van:
Het Kwaliteitsstructuurplan beschrijft de gewenste kwaliteiten in verschillende gebiedstypen in Lelystad en geeft ook een uitwerking voor de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen die nodig zijn om de ambities voor de openbare ruimte te halen. In het plan wordt voor het woongebied een aantal inrichtingsmaatregelen aanbevolen die ook voor (delen van) het Stadsrandgebied van toepassing zijn:
Eén van de uitgangspunten van het milieubeleid is dat de milieubelangen volledig en in een zo vroeg mogelijk stadium in de ruimtelijke ordening worden meegenomen. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende zaken van belang:
In samenspraak met belanghebbenden hebben de gemeente Lelystad en het waterschap Zuiderzeeland in 2002 het stedelijk waterplan voor Lelystad opgesteld. Beide instanties willen komen tot een meer duurzaam functionerend (stedelijk) watersysteem. Om dit te realiseren wordt onder meer aandacht besteed aan de samenhang tussen stadsontwikkeling, recreatie, natuur, ecologie en infrastructuur. Bij het watersysteem komen de volgende onderdelen aan de orde: verontreinigde watergangen, profiel en onderhoud van de watergangen, wateroverlast, de ecologische kwaliteit van het water en nieuwe inzichten in het waterbeheer. Het waterplan Lelystad bestaat uit drie delen:
In het eerste deel van het waterplan Lelystad wordt ingegaan op het watersysteem, het vigerend en het toekomstig beleid en de gesignaleerde knelpunten in het watersysteem van Lelystad. Op basis van de inventarisatie en analyse van het watersysteem is het tweede deel, de watervisie, opgesteld. In de watervisie worden achtereenvolgens de uitgangspunten benoemd en de streefbeelden geformuleerd. De visie wordt afgesloten met het benoemen van de kansen. De uitgangspunten van het waterplan zijn in de visie verdeeld in algemene uitgangspunten en uitgangspunten per deelgebied. Op basis van de algemene uitgangspunten zijn in het derde deel van het Waterplan nadere concrete maatregelen opgenomen. Het uitvoeren van deze maatregelen en veranderingen zullen (in de toekomst) leiden tot een beter en gezonder functioneren van het watersysteem in de stad.
De hoofdkoers tot het jaar 2015 wordt bepaald door een tweetal ambities, voortvloeiend uit het Structuurplan. In de eerste plaats zal de ligging aan het water verder benut moeten worden met als hoofdontwikkeling de verdere invulling van het gebied Batavia Stad (als toeristische "knoop") met vooral dag- maar later ook beperkte verblijfsrecreatie (als "volgende" voorziening). De tweede ambitie heeft betrekking op de groene ring rondom Lelystad, inclusief de Oostvaardersplassen, die recreatiepotenties (vooral voor de eigen inwoners) in zich bergen. Het gaat hierbij niet zozeer om nu veel nieuwe ontwikkelingen in de groengebieden te realiseren, maar meer om het op orde brengen en houden van de recreatiemogelijkheden in de groene ring (met name de aanwezige routestructuren). Aanvullend zijn nieuwe ontwikkelingen in de groene ring beperkt mogelijk mits het gaat om kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen. Deze kunnen als rustpunten c.q. bezoekdoelen gezien worden in een "rondje om de stad".
De hoofdkoers is voor de periode tot 2010 uitgewerkt in een drietal hoofdopgaven:
In 2007 heeft de gemeente Lelystad het beleid ten aanzien van welstand in de Welstandsnota Lelystad opgenomen. De welstandscriteria die hierin zijn opgenomen zijn "gebiedsgericht". Dat wil zeggen dat zij zijn gebaseerd op de kwaliteiten die per gebied voorkomen. Sommige gebieden verdragen meer vrijheid dan anderen. Voor enkele delen van Lelystad gelden geen welstandscriteria, waaronder grote delen van het Stadsrandgebied. De gebiedsgerichte welstandscriteria zijn opgesplitst in twee categorieën: beperkte of stedenbouwkundige welstand en volledige of architectonische welstand.
Beperkte of stedenbouwkundige welstand
De stedenbouwkundige samenhang van complexen en straatbeelden is essentieel in de gebieden met beperkte of stedenbouwkundige welstand. Het welstandsbeleid richt zich op de voorkanten van bouwwerken en bouwblokken en de naar de weg en openbaar groen gerichte zijkanten. Er zijn geen welstandscriteria voor de achterkanten. Criteria zijn erop gericht om de hoofdvorm van een gebouw of blok intact te laten. Ingrepen in een blok of een samenhang van blokken worden beoordeeld in verhouding tot de aanpalende blokken en de stedenbouwkundige impact van de verandering in haar omgeving. Het beleid is alleen op hoofdzaken vastgelegd.
Met betrekking tot het Stadsrandgebied kennen de onderstaande gebieden een beperkte of stedenbouwkundige welstand:
Volledige of architectonische welstand
In gebieden met architectonische welstand gaat de welstand over de stedenbouwkundige samenhang èn de architectuur van het gebouw. In dit niveau zijn criteria opgesteld voor de omgeving, de voorkanten, de zijkanten èn de achterkanten. Het beleid wordt tot in de details vastgelegd. Het gaat hier om zeer beeldbepalende gebouwen en groepen van gebouwen, die ruimtelijk en architectonisch een eenheid vormen. Architectonisch relevante details, materiaal en kleur worden in samenhang met de omgeving en het blok richting gegeven. In het Stadsrandgebied bevindt zich aan de Oostranddreef de Ölandhorst, een begraafplaats met crematorium. dit gebouw kent een volledige of architectonische welstand.
Ontwikkelingsgebieden met beeldkwaliteitplannen
Voor deze gebieden geldt óf het vastgestelde welstandsbeleid óf de gemeenteraad stelt in de vorm van een beeldkwaliteitplan nieuwe kaders voor de welstandstoetsing. Bij het vaststellen van beeldkwaliteitplannen wordt specifieke aandacht besteed aan de criteria van de stedenbouwkundige welstand, de architectonische welstand en specifieke criteria voor die locaties.
De gemeente stelt, gelet op de functionaliteit van sport- en recreatieterreinen, geen bijzondere eisen aan de ruimtelijke kwaliteit en het welstandstoezicht is gericht op het handhaven van de basiskwaliteit van de bouwwerken. Het welstandsniveau is regulier. In ruimtelijke zin gaat het vooral om de randen die zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. Bij de volkstuincomplexen vallen alleen voorzieningen als verenigingsgebouwen onder de welstandstoets. Bij grootschaligere sportcomplexen gaat het om het handhaven of realiseren van basiskwaliteit. In bijzondere gevallen kan de lat hoger gelegd worden, bijvoorbeeld bij de jachthavens, de tenniscomplexen en het golfterrein. Het in ontwikkeling zijnde nieuwe landgoed "In de Noordzoom" heeft een vastgesteld beeldkwalititeitsplan waarin de nieuwe kaders voor de welstandstoetsing zijn opgenomen.
Om de landschappelijke en architectonische eenheid en kwaliteit van het Landgoed In de Noordzoom te waarborgen heeft Bureau Khandekar in 2003 een beeldkwaliteitsplan opgesteld (Projectboek Landgoed In de Noordzoom Lelystad). In dit projectboek is opgenomen dat de inrichting van de kavels en de vormgeving van de bebouwing een grote rol spelen bij de beleving van kwaliteit, exclusiviteit en eenheid van het gebied. In dit projectboek zijn daarom randvoorwaarden opgesteld voor de inrichting van de kavels en het overige gebied, alsmede de toe te passen architectuur. Een supervisor bewaakt de samenhang en kwaliteit. Bouwplannen en inrichtingsplannen moeten aan deze supervisor worden voorgelegd voordat ze ter goedkeuring naar de Welstandscommissie gaan.
In Lelystad bevinden zich, sinds het begin van de jaren tachtig, stukken grond die zich lenen voor recreatief agrarisch gebruik. In de wandelgangen worden deze percelen veelal aangeduid als "paardenweides". De weides waren oorspronkelijk bedoeld voor de inwoners van Lelystad die een klein inkomen hebben en toch graag een "groot" huisdier willen houden. Hierbij valt te denken aan een geit, schaap, pony of paard. Gebrek aan ruimte rondom het huis en de grote behoefte aan recreatieve weides zijn de aanleiding geweest om weides te verhuren. Na twintig jaar was het tijd voor aanpassing van het beleid. Het document Recreatieve dierenweides in Lelystad uit 2003 voorziet hierin. Het doel van het nieuwe beleid is dat er verbeterde gebruiksmogelijkheden komen voor het gebruik van de weides. De weides zijn alleen bedoeld voor recreatieve doeleinden die niet rondom de woning plaats kunnen vinden. De belangrijkste veranderingen in het beleid zijn:
Er bevinden zich ondermeer paardenweides aan de Hondsdraf en aan de Larserringweg in het Gelderse Hout.