direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
Plan: Stadsrandgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.BP00031-VG02

Artikel 15 Verkeer - Railverkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. geluidwerende voorzieningen;
  • c. wegen en paden;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. cultuurgrond;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. water;

met de daarbijbehorende:

  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. sloten, bermen en beplanting;
  • l. grondwallen;
  • m. terreinen en verhardingen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken ten behoeve van het (spoor)wegverkeer.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten dienste van deze bestemming gelden de volgende regels:

  • a. als gebouw mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd;
  • b. de hoogte van een gebouw mag ten hoogste 8,00 m bedragen.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bruggen en/of viaducten mag ten hoogste 12,00 m bedragen;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het spoorwegverkeer alsmede antennemasten mag, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf, ten hoogste 20,00 m bedragen;
  • c. de hoogte van geluidwerende voorzieningen mag maximaal 3,00 m bedragen;
  • d. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag ten hoogste 6,00 m bedragen.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 15.2.2 sub a en toestaan dat de hoogte van bruggen en/of viaducten wordt verhoogd tot ten hoogste 15,00 m.

 

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor grondwallen over een hoogte van meer dan 1,50 m;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  • c. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.