Plan: | Lelystad - Larserknoop |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.083811-VG01 |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en mede bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, overkappingen en torensilo's gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw of overkapping | Maximale oppervlakte in m² | Goothoogte in m | Bouwhoogte in m | ||||||
Per gebouw of overkapping | Gezamenlijk | max | max | ||||||
Bedrijfsgebouw, waaronder overkapping | - | - | 8,50 | 10,00 | |||||
Silo | - | - | - | 15,00 | |||||
Kassen | - | 2.500 | 6.00 | 10,00 |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:
Functie van een gebouw of overkapping | Maximale oppervlakte in m² | Goothoogte in m | Dakhelling in ° | Bouwhoogte in m | ||
Per gebouw | Gezamenlijk | max | min | max | max | |
Bedrijfswoning | 150 + | - | 3,50# | 20 | 60 | 8,00 |
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | - | 50 | 3,50 | 20 | 60 | 6,00* |
# tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
+ tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte van de bedrijfswoning;
* de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,50 m bedragen.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijk vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.5.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.5.1. genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: