direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Waterwijk - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.00017-OH02

Artikel 10 Verkeer

 

10. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    wegen en straten;

b.    voet- en rijwielpaden;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;

c.    het tegengaan van een te hoge gevaarzetting op risicogevoelige objecten, ter plaatse van de gebiedsaanduiding "veiligheidszone - lpg";

met de daarbijbehorende:

d.    groenvoorzieningen;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     nutsvoorzieningen en andere openbare voorzieningen;

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder informatie- en reclameobjecten aan lichtmasten en kunstwerken.

10. 2.    Bouwregels

10. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

10. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van palen en masten mag ten hoogste 6,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

10. 3.    Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

-       het bepaalde in lid 10.2.1 in die zin dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen of andere openbare voorzieningen worden gebouwd, mits:

1.    de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;

2.    de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 5,00 m bedraagt.

10. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

-       het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel"  aangegeven dwarsprofiel.

10. 5.    Afwijken van de gebruiksregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

-       het bepaalde in lid 10.4. in die zin dat wordt afgeweken van het in ter plaatse van de aanduiding "dwarsprofiel"  aangegeven dwarsprofiel, mits:

1.    hierdoor geen wezenlijke verslechtering in de geluidssituatie optreedt;

2.    de verkeersveiligheid hierdoor niet onevenredig wordt aangetast.