direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie
Plan: Buitengebied 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0995.0000RP-0001

Artikel 10 Recreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. recreatieve voorzieningen, met de nadere bestemming die hierna is aangegeven;
    ter plaatse van de aanduiding:   nadere bestemming (adres)   max. aantal recreatiewoningen   max. aantal bedrijfswoningen   bestaande oppervlakte gebouwen in m² 1)   max. toegestane oppervlakte gebouwen in m² 1)   max. toegestane goothoogte gebouwen in m 2)   max. toegestane bouwhoogte gebouwen in m 2)  
    "specifieke vorm van recreatie - 01"   manege
    (Bijlweg 6)  
    0   1   4636   5330   4,5   12,5  
    "specifieke vorm van recreatie - 03"   verblijfsrecreatieterrein (Zeebiesweg)   175   1   1200   1200   4,5   8  
    "specifieke vorm van recreatie - 04"   verblijfsrecreatieterrein (Rietweg 84)   220   1   1650   1650   4,5   8  
    1)   bij kampeerterreinen betreft dit de centrale voorzieningen, zoals een kampwinkel, administratieve ruimten, sanitaire voorzieningen en dienstwoningen (incl. bijgebouwen); stacaravans en kampeermiddelen worden niet meegeteld.  
    2)   geldt niet voor niet-inpandige dienstwoningen en bijgebouwen.  
  • 2. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen groenvoorzieningen, parkeerplaatsen en tuinen.
  • 3. instandhouding en ontwikkeling van de afschermende erfbeplanting met een minimale breedte van 6 m, met daarbij behorende erfsloot, direct aansluitend aan de zijgrenzen en de achtergrens van het bestemmingsvlak;
10.2 Bouwregels
10.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in lid 10.1, uitsluitend worden gebouwd gebouwen en andere bouwwerken waaronder zijn begrepen bij bedrijfswoningen behorende bijgebouwen.

10.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.2.1, gelden de volgende eisen:

  • 1. het aantal recreatiewoningen, stacaravans mogen binnen elk bestemmingsvlak niet meer bedragen dan in de tabel in lid 10.1 is aangegeven;
  • 2. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, en de goothoogte en hoogte van gebouwen mogen binnen elk bestemmingsvlak niet meer bedragen dan voor dat vlak in de tabel in lid 10.1 is aangegeven;
  • 3. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • 4. de dakhelling van een bedrijfswoning mag niet minder dan 30° en niet meer dan 60° bedragen;
  • 5. de goothoogte van een niet inpandige bedrijfswoning mag niet minder dan 4,5 m en niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat indien de bestaande goothoogte minder dan 4,5 m bedraagt de goothoogte niet minder dan de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • 6. de hoogte van een niet inpandige bedrijfswoning mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • 7. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde bedrijfswoning behorende bijgebouwen mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • 8. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd 3 m achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de betreffende bedrijfswoning;
  • 9. de inhoud van een recreatiewoning mag niet meer dan 200 m³ bedragen;
  • 10. de inhoud van een stacaravan mag niet meer dan 150 m³ bedragen;
  • 11. de goothoogte en hoogte van bijgebouwen en de hoogte van andere bouwwerken mogen niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bijgebouwen:   3,5 m   6 m  
erf- en terreinafscheidingen:   -   2,5 m  
licht- en vlaggenmasten:   -   12 m  
overige andere bouwwerken:   -   2 m  

10.3 Specifieke gebruiksregels

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook permanente bewoning van stacaravans, recreatiewoningen en andere voor verblijfsrecreatie bedoelde gebouwen.