direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie – Verblijfsrecreatie
Plan: Tungelroy 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPTungelroy2009-va01

Artikel 6 Recreatie – Verblijfsrecreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezige bedrijfswoning;
  • b. verblijfsrecreatie;
  • c. bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen deze bestemming;
  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming;
  • c. op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, werken en werkzaamheden.
6.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak
  • a. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag in zijn geheel worden bebouwd.
  • c. Ten aanzien van de maatvoering van de gebouwen geldt de goot- en bouwhoogte zoals deze bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
6.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen ook buiten het bouwvlak, maar dienen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak, te worden gebouwd.
  • b. Bouwwerken geen gebouwen zijnde dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen.
  • c. De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde mag voorzover deze zijn gelegen achter de naar de weg gekeerde zijde van de bouwgrens en evenwijdig hieraan, maximaal 2,00 m en voorzover deze zijn gelegen voor de naar de weg gekeerde zijde van de bouwgrens en evenwijdig hieraan, maximaal 1,00 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de in 6.2bedoelde bouwwerken met bijbehorende voorzieningen indien zulks noodzakelijk is:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. voor de bezonning van de aangrenzende percelen en bebouwingen;
  • c. voor het noodzakelijke uitzicht voor verkeer op straathoeken en bij uitritten en ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. voor een verantwoorde stedenbouwkundige en cultuurhistorische inpassing.
6.4 Ontheffing van de bouwregels

Niet van toepassing.

6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Gebruik van de gronden en opstallen

Onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor:

6.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Niet van toepassing.