direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene aanduidingsregels
Plan: Swartbroek 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPSWARTBROEK2009-VA01

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

17.1 veiligheidszone – leiding

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' leidt de aanwezigheid van een leiding tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen deze veiligheidszone geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico die een berekening omvat.

17.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
17.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bedoeld als beschermingszone rond de molen voor het waarborgen van voldoende windvang.

17.2.2 Bouwregels

Ongeacht hetgeen voor de overige op deze gronden rustende bestemming is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' niet worden gebouwd voorzover de windvang van de molen daardoor in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten wordt de formule uit bijlage 1. bij de regels gehanteerd als mede de afwijkingen zoals opgenomen in bijlage 1. bij de regels.

17.2.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 17.2.2voor het oprichten van bebouwing tot een grotere bouwhoogte dan bepaald in dat artikel mits vooraf de vereniging De Hollandse Molen, Molenstichting Weerterland of diens opvolger om advies is gevraagd.

17.2.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting. Voor de bepaling van de hierbij toegestane hoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 1 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.
  • b. Het onder 17.2.4 sub a. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
    • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
    • 2. die het normale onderhoud en beheer betreffen.
  • c. Werken als bedoeld in 17.2.4 sub a. zijn slechts toelaatbaar, indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.