direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Laar-Hushoven 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPLAAR2010-VA01

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke, culturele, educatieve, medische, sociale, levensbeschouwelijke en/of religieuze doeleinden met de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • c. schietbomen met kogelvangers en bijbehorend clublokaal ten behoeve van de schutterij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij';
  • d. het behoud en/of herstel van aanwezige landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden, ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';

een en ander met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, verhardingen en andere voorzieningen zoals energievoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken passende binnen deze bestemming;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen passen binnen deze bestemming;
  • c. verhardingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere voorzieningen, waaronder begrepen energievoorzieningen;
  • d. maximaal één schietboom ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij'.
7.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak
  • a. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag per bouwperceel volledig worden bebouwd tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een afwijkend bebouwingspercentage is aangegeven dan mag het bouwvlak tot maximaal het aangeduide percentage bebouwd worden.
  • c. De voorgevel dient uitsluitend in dan wel achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, te worden opgericht; ondergeschikte bouwdelen, zoals erkers, luifels en balkons met een oppervlakte van maximaal 5 m2, mogen de naar de weg gekeerde bouwgrens overschrijden met niet meer dan 1,20 m, mits daarmee de bestemmingsgrens of de perceelsgrens die het dichtst aan de zijde van de weg gelegen is, niet wordt overschreden.
  • d. Ten aanzien van de maatvoering van de gebouwen geldt dat de goot- en bouwhoogte van de gebouwen maximaal 6,00 m mag bedragen, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' een afwijkende goot- en bouwhoogte is aangegeven of maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan indien deze hoger is.
7.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Buiten het bouwvlak bedraagt het totale oppervlakte aan gebouwen van ondergeschikte betekenis ter plaatse van de aanduiding 'wonen' maximaal 50 m2 en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij' maximaal 60 m2. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij' bedraagt de oppervlakte van een gebouw van ondergeschikte betekenis maximaal 20 m2.
  • b. De goot- en bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 3,00 m.
  • c. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en afmetingen bij de bestemming te passen.
  • d. De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals speeltoestellen, meubilair e.d., mag maximaal 4,00 m bedragen en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij' 6,00 m, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag bedragen achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en maximaal 1,00 m voor de naar de weg gekeerde bouwgrens;
    • 2. bouwwerken van een gering oppervlak, zoals gedenktekens, vlaggenmasten en antennes, waarvan de bouwhoogte maximaal 10,00 m mag bedragen;
    • 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schutterij':
      • lichtmasten en schietbomen met kogelvangers, waarvan de bouwhoogte maximaal 20,00 m mag bedragen.
7.2.4 Antenne-opstelpunten

Op gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 15,00 m mogen antenne-opstelpunten worden opgericht, mits deze antennemasten niet hoger zijn dan 5,00 m vanaf bovenkant gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde.

7.3 Nadere eisen
7.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
  • b. dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundige beeld.
7.3.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan (ver)nieuwbouwplannen in de directe omgeving van bouwwerken, die zijn aangeduid als karakteristiek met dien verstande, dat kan worden geëist, dat hoogtematen, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de (ver)nieuwbouwplannen afgestemd zijn op het historische karakter van deze monumentale bebouwing.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Gebruik van de gronden en opstallen.

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en opstallen voor :

  • a. opslagdoeleinden, anders dan overeenkomstig het normale gebruik bij de bestemming 'Maatschappelijk';
  • b. bedrijfsdoeleinden;
  • c. detailhandel, tenzij het betreft detailhandel die verband houdt met en ondergeschikt is aan de geldende bestemming;
  • d. horecadoeleinden, tenzij het betreft:
    • 1. horeca die verband houdt met en ondergeschikt is aan de geldende bestemming;
  • e. recreatieve doeleinden;
  • f. kantoordoeleinden,
  • g. woondoeleinden, met uitzondering van ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.
7.5.2 Parkeren

Elke voorziening dient op eigen terrein te voorzien in de behoefte aan parkeergelegenheid (zowel voor personeel als voor bezoekers) en in gelegenheid voor laden en lossen, waarbij voldaan dient te worden aan de normen in de Parkeerbeleidsnota 2006, tenzij voldoende openbare plaatsen aanwezig zijn volgens een beoordeling van burgemeester en wethouders.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.