Plan: | Kampershoek-Noord 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPKampershoekNrd-VA01 |
Ongeacht hetgeen in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' niet worden gebouwd, voor zover de windvang van de molen daardoor in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 2 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1.1 voor het oprichten van bebouwing tot een grotere bouwhoogte dan bepaald in dat artikel, mits vooraf de Molenstichting Limburg, de Molenstichting Weerterland en de particuliere participanten uit het convenant voor Molenbiotopen van de gemeente Weert of diens opvolgers om advies zijn gevraagd.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen geurgevoelige objecten worden gerealiseerd in verband met de geuremissie van veehouderijen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.3.1, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de omvang van de 'milieuzone - geurzone' wijzigen ten behoeve van het in overeenstemming brengen van de milieuzone met de actuele omvang van de geurcontouren van een veehouderij, in de situatie dat deze als gevolg van wijzigingen in de bedrijfssituatie van de desbetreffende veehouderij zijn verkleind of komen te vervallen.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - Roerdalslenk zone III' zijn ter bescherming van het grondwater onder de Bovenste Brunssumklei de regels van artikel 2.14 en 2.16 van de Milieuverordening Limburg van toepassing.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodemkwaliteit' de gronden te gebruiken overeenkomstig de aan de gronden toegekende bestemming voordat uit een daartoe uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat de gronden qua bodemkwaliteit geschikt zijn voor gebruik overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming, dan wel, in het geval bodemverontreiniging is geconstateerd, voordat sanering van de betreffende gronden heeft plaatsgevonden zodanig dat de gronden qua bodemkwaliteit geschikt zijn voor gebruik overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – verwerkelijking in naaste toekomst' wordt verwezenlijking van de bestemming in de naaste toekomst nodig geacht.