direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kampershoek-Noord 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPKampershoekNrd-VA01

Artikel 14 Algemene aanduidingsregels

14.1 'vrijwaringszone - molenbiotoop'
14.1.1 Verbod

Ongeacht hetgeen in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' niet worden gebouwd, voor zover de windvang van de molen daardoor in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 2 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.

14.1.2 Afwijken bouwverbod

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.1.1 voor het oprichten van bebouwing tot een grotere bouwhoogte dan bepaald in dat artikel, mits vooraf de Molenstichting Limburg, de Molenstichting Weerterland en de particuliere participanten uit het convenant voor Molenbiotopen van de gemeente Weert of diens opvolgers om advies zijn gevraagd.

14.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting. Voor de bepaling van de hierbij toegestane hoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 2 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.
  • b. Het onder a. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
    • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan vergunning is verleend;
    • 2. die het normale onderhoud en beheer betreffen.
  • c. Werken als bedoeld onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
14.2 'vrijwaringszone - weg'
14.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.

14.2.2 Afwijken bouwverbod

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2.1, met dien verstande dat:

  • a. gebouwd wordt overeenkomstig de onderliggende bestemming;
  • b. een afstand van minimaal 50 meter wordt aangehouden tot de as van de dichtst bij gelegen rijbaan, daaronder begrepen de toe- en afritten van die rijbaan;
  • c. het plasbrandaandachtgebied (30m gemeten van rechterrand van de rechterrijstrook van de A2 ) vrijgehouden wordt van bebouwing;
  • d. dit vanuit milieuoogpunt en oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;
  • e. geen belemmering ontstaat voor beoogde toekomstige infrastructurele uitbreidingen;
  • f. vooraf een positief advies is gekregen van de beheerder van de betreffende weg.
14.3 'milieuzone - geurzone'
14.3.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen geurgevoelige objecten worden gerealiseerd in verband met de geuremissie van veehouderijen.

14.3.2 Afwijken geurgevoelige objecten

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.3.1, met dien verstande dat:

  • a. de bepalingen van de onderliggende bestemming in acht worden genomen;
  • b. een goed woon- en leefklimaat is gewaarborgd;
  • c. er geen (onevenredig) nadeel ontstaat voor omliggende bedrijven c.q. de geurveroorzaker(s).
14.3.3 Wijziging

Het bevoegd gezag kan de omvang van de 'milieuzone - geurzone' wijzigen ten behoeve van het in overeenstemming brengen van de milieuzone met de actuele omvang van de geurcontouren van een veehouderij, in de situatie dat deze als gevolg van wijzigingen in de bedrijfssituatie van de desbetreffende veehouderij zijn verkleind of komen te vervallen.

14.4 'milieuzone - Roerdalslenk zone III'

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - Roerdalslenk zone III' zijn ter bescherming van het grondwater onder de Bovenste Brunssumklei de regels van artikel 2.14 en 2.16 van de Milieuverordening Limburg van toepassing.

14.5 'milieuzone - bodemkwaliteit'

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodemkwaliteit' de gronden te gebruiken overeenkomstig de aan de gronden toegekende bestemming voordat uit een daartoe uitgevoerd bodemonderzoek is gebleken dat de gronden qua bodemkwaliteit geschikt zijn voor gebruik overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming, dan wel, in het geval bodemverontreiniging is geconstateerd, voordat sanering van de betreffende gronden heeft plaatsgevonden zodanig dat de gronden qua bodemkwaliteit geschikt zijn voor gebruik overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming.

14.6 'wro-zone – verwerkelijking in naaste toekomst'

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – verwerkelijking in naaste toekomst' wordt verwezenlijking van de bestemming in de naaste toekomst nodig geacht.