Plan: | Buitengebied 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0988.BPBuitengebied-VA01 |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 7, 8, 9, 10 en 11 bij deze regels;
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 45.2.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
een en ander zoals vastgesteld door de raad op 27 juni 2012 en toegevoegd als bijlage 7, 8, 9, 10 en 11 bij deze regels;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub a. voor het bouwen van een schuilgelegenheid voor hobbymatig te houden vee, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van natuur en landschap, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub a. voor het aanleggen van paardenbakken en niet-overdekte stapmolens, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de belangen van natuur en landschap, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub a. voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het oprichten van hagelnetten en/of het aanleggen van containervelden, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het oprichten van geringe bouwwerken ten behoeve van het recreatief medegebruik, zoals speel- en schuilgelegenheden, informatieborden en bewegwijzering, met dien verstande dat:
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruiken en/of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het gebruiken en/of het laten gebruiken van de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden en opstallen conform de bestemming 'Agrarisch', voor zover dit gebruik is toegelaten onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing, is alleen toegestaan als die landschappelijke inpassing overeenkomstig:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - parkeren evenementen' mogen maximaal 6 keer per jaar, voor een aaneengesloten periode van maximaal 15 dagen (inclusief opbouwen en afbreken) voertuigen worden geparkeerd ten behoeve van evenementen die worden georganiseerd en welke gerelateerd zijn aan activiteiten in het kader van paardenhouderijen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning in de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding – schuur' en 'atelier' afwijken van het bepaalde in artikel 3.5.1 voor functies ten behoeve van natuureducatie, natuur- en landschapsbeheer, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Werken als bedoeld in artikel 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de stedenbouwkundige en/of landschappelijke waarden van de desbetreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Hierbij gelden de volgende toetsingscriteria:
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning |
3.7.1 sub a. het aanleggen van wegen en het aanbrengen van overige verhardingen |
- de wegen en overige verhardingen moeten noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 3.1.1 - de wegen en overige verhardingen betekenen geen aantasting van de aanwezige landschappelijke inpassing, danwel er wordt anderszins voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing |
3.7.1 sub a. het verharden van onverharde paden |
- verharding van fietspaden is toegestaan over een strook van ten hoogste 50% van het onverharde pad tot een maximum van 1,50 m - de recreatieve belevingswaarde mag niet onevenredig worden aangetast |
3.7.1 sub b. het aanleggen van boomgaarden binnen een afstand van 50 m van de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Kampeerterrein', 'Wonen' en 'Bedrijf' |
er mag geen onevenredige aantasting van het op dat moment aanwezige woon- en leefklimaat optreden |
3.7.1 sub c. het aanplanten van bomen en struiken voorzover het een gebied betreft met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - open gebied/akkercomplexen' |
er zijn uitsluitend beplantingen van geringe omvang aan de randen van open gebieden toegestaan die qua aard, omvang en hoogte geen inbreuk zijn op het open karakter van het gebied en die een compacte eenheid vormen met en aansluiten op bestaande bebouwing en beplanting |
3.7.1 sub c. het aanplanten van bomen en struiken voorzover het een gebied betreft met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - open gebied/heideontginningen' |
er zijn uitsluitend beplantingen toegestaan die aansluiten op bestaande bebouwing of beplanting en hiermee een compacte eenheid vormen |
3.7.1 sub d., e. en f. het rooien of kappen van bomen en het verwijderen van houtopstanden/ groen/landschapselementen ter plaatse van de aanduidingen 'waardevolle boom' en 'landschapswaarden' |
- het verwijderen moet noodzakelijk zijn voor onderhoud of bereikbaarheid ten behoeve van de doeleinden zoals omschreven in artikel 3.1.1 - het verwijderen betekent geen onevenredige aantasting van de aanwezige houtopstanden/landschapselementen. In verband daarmee kunnen compenserende maatregelen worden vereist. |
3.7.1 sub g. het ophogen, afgraven, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem, het aanbrengen van ondergrondse leidingen en het aanbrengen van verhardingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - schans'. |
de vestingwallen mogen niet onevenredig worden aangetast. Hieromtrent wordt, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig, advies aan een door het bevoegd gezag aan te wijzen terzake deskundige gevraagd |
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', ten behoeve van:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Water', 'Waterstaat - Waterlopen', ten behoeve van het aanleggen van watergangen, waaronder regenwaterbuffers, en het herinrichten van bestaande watergangen, met dien verstande dat:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Bos' of 'Natuur', ten behoeve van de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone, met dien verstande dat:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming 'Recreatie-Vakantiepark', ten behoeve van de uitbreiding van de camping, met dien verstande dat:
met dien verstande dat: