direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerreinen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0988.BPBedrijventerrein-VA01

Artikel 27 Algemene aanduidingsregels

27.1 geluidzone - industrie
  • a. Het is verboden nieuwe geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder op te richten binnen de aanduiding geluidzone - industrie, tenzij de raad gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden hebben vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden of tenzij vanwege verkleining of opheffing van de geluidzone - industrie de beperking ter plaatse is opgeheven.
  • b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "gezoneerd industrieterrein" zijn geluidshinderlijke inrichtingen toegestaan.
27.2 gezoneerd industrieterrein

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'gezoneerd ndustrieterrein' zijn de gronden aangewezen als een industrieterrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

 

27.3 milieuzone - rioolwaterzuiveringsinstallatie

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - rioolwaterzuiveringsinstallatie' zijn, ongeacht de aangegeven milieucategorie, bedrijfsvormen, ten behoeve de vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken (SBI-codes 15 (151 t/m 1598) en groothandel in voedingsmiddelen en dranken (SBI-codes 5121 t/m 5139) niet toegestaan; de SBI-codes zijn weergegeven in de bijlage bij deze regels.

27.4 rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht
27.4.1 Algemene regels

Ter plaatse van de aanduiding 'rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht' zijn de gronden mede bedoeld voor behoud, herstel en ontwikkeling van het stads- en dorpsgezicht, zoals dit nader tot uitdrukking komt in 'Bijlage 2 bij de regels: Stads- en dorpsgezicht.

27.4.2 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan (ver)nieuwbouwplannen ter plaatse van de aanduiding 'rijks stads- en dorpsgezicht' met dien verstande, dat kan worden geëist, dat bouwhoogtematen, dieptemaat, breedtemaat, gevelindeling en kapvorm van de (ver)nieuwbouwplannen afgestemd zijn op het historische karakter van de monumentale bebouwing (in de omgeving).

27.5 veiligheidszone - risicovolle inrichting
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – risicovolle inrichting' is de bouw van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zoals woningen, scholen, bejaarden-, verzorgings- en ziekenhuizen niet toegestaan.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de aanduiding 'veiligheidszone – risicovolle inrichtingen' als bedoeld in sub a te wijzigen of (gedeeltelijk) te laten vervallen, indien de (bedrijfsmatige) exploitatie van de risicovolle inrichting gestaakt is dan wel de activiteiten van de risicovolle inrichting dusdanig zijn dat het risico is verminderd.
27.6 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
27.6.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd.

27.6.2 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.6.1 om nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te bouwen overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, met dien verstande dat:

  • a. door middel van onderzoek is aangetoond dat de contour voor het plaatsgebonden risico niet wordt overschreden en voldaan wordt aan de eisen uit de nota 'risico-normering gevaarlijke stoffen' van het ministerie van Infrastructuur en Milieu of het naar verwachting medio 2013 vast te stellen Besluit transportroutes externe veiligheid danwel de eisen uit het Besluit externe veiligheid Buisleidingen
  • b. vooraf een positief advies is verkregen van de desbetreffende leidingbeheerder.
  • c. er dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied en die verantwoording dient door het bevoegd gezag aanvaardbaar te worden geacht.
27.7 vrijwaringszone - molenbiotoop
27.7.1 Algemene regels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bedoeld als molenbiotoop.

27.7.2 Bouwregels

Ongeacht wat in de regels voor de op deze gronden rustende bestemming is bepaald, mag er ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' niet worden gebouwd voorzover de windvang van de molen daardoor in onevenredige mate wordt aangetast. Uitgangspunt hierbij is dat de optimale windvang tot maximaal 5% mag worden beperkt. Voor de bepaling van de hierbij toegestane bouwhoogten worden de formules, alsmede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 4 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.

27.7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.7.2 voor het oprichten van bebouwing tot een grotere bouwhoogte dan bepaald in dat artikel, mits vooraf de vereniging De Hollandse Molen, Molenstichting Limburg, Molenstichting Weerterland of diens opvolger om advies is gevraagd.

27.7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de voor 'Molenbiotoop' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting. Voor de bepaling van de hierbij toegestane hoogten worden de formules, als mede de afwijkingen, zoals opgenomen in 'Bijlage 4 bij de regels: Molenbiotoop' gehanteerd.
  • b. Het onder 27.7.4 sub a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
  • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • 2. die het normale onderhoud en beheer betreffen.
  • c. Werken als bedoeld in 27.7.4 sub a. zijn slechts toelaatbaar, indien door deze werken en werkzaamheden, dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
27.8 vrijwaringszone - spoor
27.8.1 Algemene regels

Het is verboden nieuwe bebouwing te situeren ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor'.

27.8.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.8.1 teneinde de afstand van bebouwing tot spoorwegen te verkleinen. Hiertoe dient de spoorwegbeheerder te worden gehoord.

27.9 vrijwaringszone - vaarweg
27.9.1 Algemene regels

Het is verboden nieuwe bebouwing te situeren ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg'.

27.9.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27.9.1 voor het oprichten van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg', mits vooraf Rijkswaterstaat of diens opvolger om advies is gevraagd.

 

27.10 vrijwaringszone - weg
27.10.1 Algemene regels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – weg' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.

27.10.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in artikel 27.10.1, voor het oprichten van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg', met dien verstande dat:

  • a. gebouwd wordt overeenkomstig de onderliggende bestemming;
  • b. een afstand van minimaal 50,00 m wordt aangehouden tot de as van de dichtst bij gelegen rijbaan, daaronder begrepen de toe- en afritten van die rijbaan;
  • c. het plasbrandaandachtgebied (30,00 m gemeten van rechterrand van de rechterrijstrook van de A2) vrijgehouden wordt van bebouwing;
  • d. dit vanuit milieuoogpunt en oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;
  • e. geen belemmering ontstaat voor beoogde toekomstige infrastructurele uitbreidingen;
  • f. vooraf een positief advies is gekregen van de beheerder van de betreffende weg.