Bestemmingsplan Op gen Hek 14 te Voerendaal

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. agrarisch grondgebruik;

b. extensief recreatief medegebruik;

c. verkeersdoeleinden.

3.2 Bouwregels

Op de tot ‘Agrarisch’ bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van kleinschalige picknickplaatsen en rustpunten, zitbanken, afvalbakken en borden, tot een hoogte van maximaal 2,00 meter.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend:

a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing in de bestaande bebouwing;

b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.4.1 Verboden gebruik van de grond

Onder verboden gebruik van de grond wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden voor:

a. staan- of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in het agrarisch gebied uit te voeren werken of werkzaamheden;

b. het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen, met uitzondering van rally’s en puzzelritten;

c. het racen of crossen met motorrijtuigen of (brom)fietsen;

d. militaire oefeningen, met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;

e. staanplaats voor wagen, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;

f. standplaats voor woonwagens;

g. camping;

h. bedrijfswegen ten behoeve van het agrarisch bedrijf. Dit geldt niet voor bedrijfswegen die naar hun aard kennelijk niet tot het bestemmingsoppervlak behoren, zoals toegangswegen ter ontsluiting van het agrarisch bestemmingsoppervlak en wegen ter ontsluiting van veldkavels.

 

3.4.2 Verboden gebruik van opstallen

Onder verboden gebruik van opstallen wordt ten minste verstaan het gebruik van opstallen voor:

a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;

b. detailhandel en groothandel;

c. transport en/of garagedoeleinden behoudens voor zover deze verband houden met de agrarische bedrijfsvoering;

d. horecadoeleinden;

e. permanente of tijdelijke bewoning;

f. opslagdoeleinden, behoudens opslagdoeleinden die verband houden met de agrarische bedrijfsvoering.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1 onder d, voor het uitvoeren van militaire oefeningen, mits de aangegeven waarden niet onevenredig worden aangetast.

 

3.5.2 Bij het verlenen van de omgevingsvergunning volgt het bevoegd gezag de bij dit plan behorende procedureregels.