direct naar inhoud van 3.3 Regionaal beleid
Plan: Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Intergemeentelijke structuurvisie Parkstad 2030

Deze Structuurvisie schetst ambities en kansen en nodigt uit om mee te denken, mee te doen en te ontwikkelen op het niveau van de regio Parkstad. De ruimtelijke ontwikkelingsvisie is in 2009 vastgelegd in de Structuurvisie Parkstad Limburg 2030. Het biedt een aanzet om met alle partijen -markt, overheden en bewoners - samen te werken, ideeën te genereren en kansrijke initiatieven met veel draagvlak op te starten.
De structuurvisie kent 6 pijlers die samen het fundament vormen van de inhoudelijke keuzes en zullen steeds als toetssteen gebruikt worden bij ontwikkelingen en initiatieven van de 4 grote opgaven: Ruimte, Mobiliteit, Economie en Wonen. Deze 6 pijlers zijn:

  • 1. Landschap leidt.
  • 2. Eén hoofdcentrum.
  • 3. Energie als fundament.
  • 4. Netwerk van Park en Stad.
  • 5. Buitenring = Parkstadring.
  • 6. Economische slagader N281.

Dit alles is vertaald naar zeven ontwikkelingszones: Noordflank, Oostflank, Zuidflank, Westflank, Gravenrode, Via Belgica en Herstructurering stedelijk gebied. Het plangebied is gelegen in (de nabijheid van) de ontwikkelingszone Via Belgica. Deze historische as dient als verbindende schakel te gaan fungeren in het beleven van de gemeenschappelijk Romeinse geschiedenis en als cultuurhistorisch product te ontwikkelen (Archeologisch Landschapspark in Voerendaal). Er zijn momenteel geen concrete ontwikkelingen die spelen in het plangebied van dit bestemmingsplan.

De structuurvisie is opgemaakt in een ontwikkelingskaart en een beheer- en sturingskaart. De beheer- en sturingskaart is een optelling van de thematische kaarten en spelregels. Het biedt een planologisch kader voor het beheer van de bestaande gebiedskwaliteiten en sturing voor gebiedsontwikkelingen. Voor elke plek in de regio zijn spelregels voor de verschillende thema's beschreven. Daarbij is een matrix te vinden waarin per thema de eenheden XL-L-M-S worden gehanteerd. Bij XL- en L-gebieden is sprake van hoge regionale relevantie. Bij M-gebied is dit al minder en bij een S-gebied is de noodzaak om vanuit een regionaal perspectief te werken, aan te sturen minder of niet aanwezig. Aan deze eenheden is een kleur gekoppeld. Deze refereert aan de verschillende thema's.

Deze indeling is gebaseerd op de vastgestelde regionale plannen en visies zoals de Retail- en Woonvisie, en hier wordt in principe niet van afgeweken. Wanneer het echter gaat om de daadwerkelijke invulling van gebieden en aan te geven wat wel en wat niet kan, is het noodzakelijk de ontstaansgeschiedenis, morfologie, strategische ligging, grootte, woningmarkt, economie, demografische problematiek enzovoort in een gebiedsgerichte afweging te betrekken. Kortom, het gaat daarbij om planologisch/ruimtelijk maatwerk.

Voor alle kernen en buurtschappen, gelegen in het plangebied, geldt voor de rode, oranje en blauwe thema's een "S", dat wil zeggen dat er geen noodzaak is om ontwikkelingen vanuit een regionaal perspectief te werken of aan te sturen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01_0018.png"

Uitsnede beheer- en sturingskaart Intergemeentelijke structuurvisie Parkstad 2030

3.3.2 Regionale woonvisie op hoofdlijnen 2006-2010

Sinds het einde van de jaren '90 heeft de Stadsregio Parkstad Limburg te maken met een significante afname van de bevolking, wijziging van de bevolkingssamenstelling en een daling van het aantal huishoudens. Parkstad is hiermee een van eerste regio's in Nederland die met 'Krimp' te maken heeft.

Parkstad Limburg heeft op diverse thema's beleid geformuleerd om stappen te zetten om te kunnen anticiperen op de bevolkingskrimp. Voor het thema 'wonen' zijn onder andere de Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen 2006-2010, de Regionale Woningbouwprogrammering 2006 t/m 2010 en de Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad 2008-2020 opgesteld.

De Regionale Woonvisie op hoofdlijnen vormt onder meer het kader voor de bovenlokale afstemming van de lokale woningbouwprogramma's, borgt samenwerking met corporaties en marktpartijen, stuurt op kwaliteit en geeft de bandbreedte voor het indicatief programma van de regio aan. Bij besluit van 31 oktober 2011 is de looptijd van de visie verlengd tot en met 2012. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dient de woningvoorraad binnen de gemeenten in Parkstad Limburg zich te bewegen binnen deze gestelde kaders.

Met de Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen wordt duidelijk de keuze uitgesproken dat Parkstad niet op 'slot' gaat, maar is gekozen voor een strategie van kwalitatieve groei. Ten gevolge van vergrijzing, extramuralisering en individualisering blijft er een vraag bestaan naar nieuwe woningen. Daarnaast is er een toenemende vraag naar andere woonmilieus en comfortabele woningen.

Gegeven deze context, streeft de Regio Parkstad met de Regionale Woonvisie op hoofdlijnen drie doelen na op het gebied van wonen:

  • 1. Krimp als kans zien: door demografische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de woningvraag zal de regio de regie moeten nemen om de woningmarkt in evenwicht te brengen en te houden door vraag en aanbod, kwaliteit en kwantiteit naar elkaar toe te brengen.
  • 2. Het geven van een kwaliteitsimpuls aan het wonen in Parkstad door het stimuleren van innovatie en vernieuwing om de woonconsument te verleiden, imagoversterking en de regio als een activerende kracht die goede initiatieven stimuleert.
  • 3. Bewoners meer kansen bieden om hun woonwensen te realiseren door een aanbod te genereren dat beter aansluit bij de woonwensen van (toekomstige) bewoners.

Hiermee is een belangrijke stap gezet in de richting die de regio in wil slaan om de toekomst in een fundamenteel veranderende woningmarkt het hoofd te bieden. Krimp wordt daarbij als kans gezien. Via gezamenlijke gedragen projecten wordt gewerkt aan sterke woonmilieus, waarmee Parkstad Limburg op de kaart komt als aantrekkelijke, interessante en goed betaalbare locatie om te wonen voor mensen binnen en buiten Parkstad.

Dit bestemmingsplan voorziet niet direct in de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties, tenzij deze reeds eerder planologisch zijn verankerd. Wel is transformatie van bestaande woningen mogelijk binnen de geldende bouwregels om bijvoorbeeld levensloopbestendige woningen te creëren.

3.3.3 Regionale woningbouwprogrammering

Met de vaststelling van de woningbouwprogrammering 2006 t/m 2011 is door het Parkstad Bestuur een besluit genomen over de netto toevoeging van reguliere woningen in Parkstad Limburg in de vorm van een totaaloverzicht van projecten die gepland staan (bouw -/- sloop). In navolging van de Regionale Woonvisie is de Regionale Woningbouwprogrammering bij besluit van 30 november 2011 verlengd tot en met 2012.

De woningmarkt is niet statisch, ze wordt gekenmerkt door dynamiek. Die dynamiek wordt gevoeld in de woningbouwprogrammering. Hiervoor is de dynamiek in de ontwikkeling en uitvoering van woningbouwplannen naar drie categorieën verdeeld, in verband met te verwachten sturingsmogelijkheden en effecten:

  • Categorie 1 projecten met status A-B-C1.
  • Categorie 2 projecten met status D-E2.
  • Categorie 3 nieuwe initiatieven.

De projecten in categorie 1 zijn opgenomen in de programmering. Het leidend principe bij deze projecten is dat de overheid en de betreffende partners alles in het werk zullen stellen om deze projecten tot oplevering te laten komen. De projecten in categorie 2 zijn de projecten die niet in de programmering zijn opgenomen. De Parkstadgemeenten hebben deze plannen inmiddels tegen het licht gehouden en er is conform lokaal en regionaal beleid bepaald of de plannen de gewenste kwaliteit bezitten. Voldoet een plan aan dit beleid, dan is het plan in principe akkoord maar wordt aangehouden voor de nieuwe programmeringperiode 2011-2015 en kan al dan niet een definitief akkoord worden gegeven als de nieuwe woningmarktcijfers (en de daaruit volgende regionale afspraak rondom nieuwbouw, sloop, herstructurering de maximale netto toevoeging voor de periode tot en met 2015) beschikbaar zijn. Ten aanzien van nieuwe initiatieven zal de betreffende gemeente telkens toetsen of het initiatief conform lokaal en regionaal beleid is. Is het plan conform lokaal of regionaal beleid en is de netto toevoeging <0, dan kan met de ontwikkeling van het initiatief worden gestart en wordt medewerking verleend.

Betekent het initiatief echter een netto toevoeging > 0 dan is het plan in principe akkoord maar wordt aangehouden voor de nieuwe programmeringperiode en kan al dan niet een definitief akkoord worden gegeven als de nieuwe woningmarktcijfers (en de daaruit volgende regionale afspraak rondom nieuwbouw, sloop, herstructurering de maximale netto toevoeging voor de periode tot en met 2015) beschikbaar zijn.

Afhankelijk van de categorisering van een plan en de gemeentelijke toets aan regionaal en lokaalbeleid kunnen bepaalde acties ondernomen worden. De onderverdeling naar categorieën en de gemeentelijke toets zijn opgenomen in de "Werkwijze regionale woningbouw-programmering 2006 t/m 2010 , vastgesteld" d.d. 26 september 2007. De geplande projecten - niet zijnde éénpitters - in Voerendaal maken deel uit van categorie 1 en hebben een A-status. Deze mogen dus, gezien alle ontwikkelingen (demografie en woningmarkt) worden gerealiseerd.

Bovenstaande vormt input voor het lokale volkshuisvestingsbeleid van de gemeente Voerendaal. Dit beleid wordt toegelicht in paragraaf 3.4.13 Volkshuisvestingsplan "Samen bouwen aan wonen in Voerendaal in 2020".

3.3.4 Geactualiseerde envelop herstructureringsvisie Parkstad - Limburg 2010-2020

De 'envelop' vormt het regionale kader voor de transformatieopgave in Parkstad Limburg 2010-2020. Het geeft voor de hele regio en per gemeente inzicht in een sloop- en vervangingsopgave. De gegevens in deze envelop zijn gebaseerd op de huishoudens- en woningbehoeftenprognose 2009, Monitor Regionale Woningbouwprogrammering 2009, de Woonmonitor 2009 en het Burgeronderzoek Parkstad Limburg 2007.

De eerste 'envelop' is opgesteld in 2008, gebaseerd op de gegevens vanaf 1 januari 2008 en is als kader gebruikt voor de Herstructureringsvisie voor de Woningvoorraad 2008 t/m 2020. De gemeenten en corporaties hebben deze envelop geaccepteerd als randvoorwaarde voor de herstructurering in Parkstad Limburg, met dien verstande dat de opgave niet uitsluitend door de corporaties kan worden gerealiseerd.

In 2009 is de Herstructureringsvisie voor de Woningvoorraad Parkstad Limburg vastgesteld. In deze visie hebben regio, gemeenten en corporaties gezamenlijk op kaart weergegeven waar de transformatie komende jaren zou kunnen landen. Daarbij is als een van de voorwaarden voor realisatie gesteld dat de 'envelop' jaarlijks dient te worden gemonitord.

Alle gegevens in de envelop zijn in maart 2011 geactualiseerd op basis van de cijfers vanaf 1 januari 2010.

De 'envelop' geeft aan dat in de gemeente Voerendaal 119 woningen aan de woningvoorraad mogen worden toegevoegd door een toename van het aantal huishoudens.

Dit bestemmingsplan voorziet niet direct in de ontwikkeling van nieuwe woningbouwlocaties, tenzij deze reeds eerder planologisch zijn verankerd. Het regionale woonbeleid vormt input voor het lokale volkshuisvestingsbeleid van de gemeente Voerendaal. Dit beleid wordt toegelicht in paragraaf 3.4.13 Volkshuisvestingsplan "Samen bouwen aan wonen in Voerendaal in 2020".

3.3.5 Structuurvisiebesluit Wonen en Retail, Parkstad Limburg

Een afname van de bevolking en van het aantal huishoudens betekent een afname van de vraag naar woningen en een afname van het bestedingspotentieel voor de regio. Dit leidt vervolgens tot een overschot aan woningen, woningbouwcapaciteit en de ruimtebehoefte aan vastgoed. Wil Stadsregio Parkstad Limburg in de toekomst de kwaliteit van de leefomgeving kunnen behouden of verder verbeteren, dan zal het overschot teruggebracht moeten worden. Het beleid van Parkstad voor het thema wonen is dan ook gericht op het in evenwicht brengen van vraag en aanbod van woningen en een kwalitatieve verbetering van de regionale woningvoorraad. Voor het thema retail is het beleid gericht op het realiseren van een duurzame retailstructuur door het in evenwicht brengen van vraag en aanbod van winkelruimte met daarbij een kwalitatieve verbetering van de regionale winkelvoorraad.

Zoals geschetst in het regionale woonbeleid en retailbeleid (o.a. Regionale woonvisie, woningbouwprogrammering, herstructureringsvisie en Retailstructuurvisie 2010-2020) is het, mede uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gezien de voorziene ontwikkelingen van het aantal huishoudens in Parkstad Limburg en de daarmee samenhangende afname van het bestedingspotentieel, niet gewenst om de regionale woning- en retailvoorraad verder te laten toenemen om het (toekomstige) overschot aan woningen en winkelvloeroppervlak niet nog verder te laten toenemen. Wel blijft de noodzaak aanwezig om de samenstelling van de woningvoorraad aan te passen aan de veranderende woonwensen. Daarvoor zullen nieuwe woningen moeten worden gerealiseerd die dienen als vervanging van bestaande voorraad.

Daarnaast dient er ondanks het teruglopen van het omzetpotentieel wel ruimte geboden te worden aan uitbreiding van winkelaanbod op bepaalde locaties. Door deze structuurbepalende gebieden als uitgangspunt te nemen, wordt uitval aan de onderkant van de markt in werking gezet en ontstaat er zodoende schaarste die noodzakelijk is om wenselijke ontwikkelingen ook op wenselijke locaties te laten plaatsvinden.

Geen verdere toename van de omvang van de regionale woning- en retailvoorraad betekent dat het wenselijk is dat nog beschikbare vigerende plancapaciteiten die leiden tot een toename van de regionale woning- en retailvoorraad niet per definitie moeten worden gerealiseerd en dat in voorbereiding zijnde uitbreidingen van de regionale woning- en retailvoorraad niet altijd worden omgezet in daadwerkelijke additionele plancapaciteit.

De gemeenten in Parkstad Limburg zijn voornemens om dit beleid op de volgende wijze te verwezenlijken:

  • Vanaf 1 januari 2013 kunnen - voor bestemmingsplannen waarin directe woonbestemmingen zijn opgenomen die dan nog niet in realisatie zijn - herzieningen van deze bestemmingsplannen in procedure worden gebracht, waarbij deze woonbestemmingen komen te vervallen tenzij deze zijn opgenomen in / passen binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. woningbouwprogrammering).
  • Er zullen geen bestemmingsplannen in procedure worden gebracht die leiden tot een toename van de regionale woningvoorraad, tenzij deze zijn opgenomen in / passen binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. woningbouwprogrammering).
  • De gemeenten in Parkstad Limburg zullen geen medewerking verlenen aan het verstrekken van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan indien daarbij sprake is van toevoegen van woningen aan de regionale woningvoorraad, tenzij deze zijn opgenomen in / passen binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. Woningbouwprogrammering).

Het structuurvisiebesluit Wonen & Retail leidt tot voorzienbaarheid voor belanghebbenden zodat de instrumenten zoals hiervoor beschreven, door de gemeente kunnen worden ingezet zonder risico op planschade.

3.3.6 Regioprogramma 2010 "Naar een duurzaam vitale regio"

Het regioprogramma (2010), omvat de maatregelen die nodig zijn om in te spelen op de bevolkingskrimp en een nieuw evenwicht tot stand te brengen. Het regioprogramma bevat ambities voor 2040, strategische keuzes voor 2020 en concrete programma's en projecten tot en met 2014. Vertrekkend vanuit de eigen kwaliteiten en kansen is aangegeven welke ontwikkelingen voor ogen staan:

  • Duurzame vorm geven aan de economische vitaliteit.
  • Tot stand brengen van kwalitatief waardevolle woonmilieus en.
  • Gebruik maken van de grensoverschrijdende ligging.

Daarbij wordt aangegeven wat daarvoor nodig is in termen van mensen, middelen en mandaat.

Bovenstaande vormt input voor het lokale economisch actieprogramma en het volkshuisvestingsbeleid van de gemeente Voerendaal. Dit beleid wordt toegelicht in paragraaf 3.4.8 Kadernota Werk en Economie en in paragraaf 3.4.13 Volkshuisvestingsplan "Samen bouwen aan wonen in Voerendaal in 2020".

3.3.7 Regionaal Verkeers- en Vervoersplan

Het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan is het beleid voor alle mobiliteitssectoren of -thema's in de regio Parkstad en dient aan te sluiten op het Regioprogramma. In het Regioprogramma is opgenomen dat voor mobiliteit economische structuurversterking via ringwegen en Euregionaal openbaar vervoer voorop staat.

Onderdeel van het RVVP is de wegcategorisering. Deze is verder uitgewerkt in het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan. Het bestemmingsplan dient geen belemmering te vormen voor het RVVP-beleid. De wegcategorisering heeft geen directe consequenties voor het actualiseren van het bestemmingsplan en visa versa.

3.3.8 Archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart voor de Parkstad Limburg gemeenten

De Parkstad Limburg gemeenten hebben gezamenlijk een archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart opgesteld. Het betreft de gemeenten: Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Voerendaal, Simpelveld en Nuth.

Het gebied dat in dit kader is onderzocht is rijk aan archeologische resten. De vroegste bewoningssporen dateren uit het Midden Paleolithicum (300.000-35.000 voor Chr.). De meeste archeologische vindplaatsen dateren uit de Romeinse tijd. In de gemeente Voerendaal zijn Romeinse nederzettingen (zoals de zogenaamde villa's) bekend. Het gebied bleef bewoond tijdens de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd, waarvan vele historische kernen, versterkte hoeves en kastelen getuige zijn.

Het doel van het opstellen van de archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart is om ten behoeve van toekomstige planvorming en planuitvoering inzicht te verschaffen in de kans op aanwezigheid van en het karakter van de archeologische en historische resten in de verschillende gemeenten. De verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart is bij planvorming en uitvoering het uitgangspunt voor toetsing van mogelijk in het geding zijnde waarden. Dit archeologisch beleid vormt dan ook de onderlegger voor het aspect archeologie in het bestemmingsplan. De archeologische verwachtingen en -vindplaatsen zoals weergegeven in de hierop volgende afbeelding zullen worden vertaald op de verbeelding en in de planregels van dit bestemmingsplan (zie ook paragraaf 4.4 Archeologie).

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01_0019.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01_0020.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01_0021.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01_0022.jpg"

Archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart (uitsnede gemeente Voerendaal)