Plan: | Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-VA01 |
De gemeente Voerendaal heeft een Visie op natuur en landschap opgesteld voor het grondgebied (zie ook paragraaf 3.4.1 Visie op natuur en landschap). Hierin zijn voor het Voerendaalse landschap drie deelgebieden getypeerd, die zich duidelijk van elkaar onderscheiden door hun geheel eigen karakter. Deze gebieden zijn:
de plateaus: het Ransdalerveld;
de beekdalen: het stroomgebied van de Luiperbeek, Retersbeek, Hoensbeek, Hongerbeek, Dammerscheiderbeek, beken die op Voerendaals grondgebied uitmonden in de Geleenbeek;
de ‘bergen’: de Fromberg, Vrakelberg, Vrouwenheide, Daelsberg, Welterberg en Kunderberg.
Alle kernen en gehuchten van het voorliggende bestemmingsplan maken deel uit van deze gebieden. Hieronder volgt een korte schets van deze 3 deelgebieden. Vervolgens zal per kern of buurtschap worden ingegaan op de ruimtelijke structuur.
De plateaus
De plateaus zijn gelegen in het Ransdalerveld dat gekenmerkt wordt door historische en monumentale gebouwen in de vorm van boerderijen, woningen en de kerk. Deze zijn deels nog aanwezig en authentiek gebleven. Door hun monumentale waarde bepalen zij mede de kwaliteit en uitstraling van het gebied.
In het Ransdalerveld zijn ook landschapselementen en resten van de oude wegenstructuur aanwezig, die kenmerkend zijn voor de cultuurhistorie van het Ransdalerveld. Voorbeelden hiervoor zijn de holle wegen zoals de Oude Karstraat en de Oude Akerweg. Andere objecten die mede de identiteit van dit gebied bepalen, zijn de nog bewaard gebleven kalksteengroeves en kalkovens. Het duurzaam in stand houden en toegankelijk maken ervan draagt bij aan de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid van het gebied. In het Ransdalerveld zijn vondsten uit de prehistorie en uit de Romeinse periode gedaan, waaronder graven en delen van grafmonumenten. De Romeinse weg van Boulogne sûr Mèr naar Keulen (Via Belgica) liep van west naar oost via de noordflank van het Ransdalerveld. Daarom wordt de noordflank van het Ransdalerveld gerekend tot het archeologisch landschapspark.
Klimmen is gelegen op het plateau van Schimmert dat ligt tussen Geul, Maas, Geleenbeek en de lijn Heerlen-Valkenburg. Klimmen is hier ontstaan bij het brongebied van de Retersbeek. Reeds in 968 wordt Klimmen (Clumam) genoemd in de schenkingsacte van de Franse koningin Gerberta, waarin zij haar domein Meerssen, waartoe Klimmen behoorde, schenkt aan de abdij van Reims.
De kern Ubachsberg is gelegen op het plateau van Ubachsberg dat ligt tussen Geul, Eyserbeek, Geleenbeek en de lijn Heerlen-Valkenburg. Ubachsberg kan op basis van de naamgeving duiden op een ontginning in de Late Middeleeuwen, mogelijk de 13e eeuw (Renes, 1988). Het centrale deel van het plateau, een onvruchtbaar zandgebied zonder lössdek, bleef onontgonnen liggen.
In een breed dal met gering verval tussen het plateau van Ubachsberg en het plateau van Schimmert is het straatdorp Ransdaal (1375: Ramsedael) ontstaan.
De beekdalen
Dit gebied is door de aanwezigheid van water van oudsher een uitstekende vestigingsplaats voor de mens. De beken zorgden voor verdediging en watertoevoer voor grachten en visvijvers. Er liggen diverse, gaaf bewaard gebleven kastelen en herenboerderijen: Cortenbach, Rivieren inclusief Oliemolen, Puth, Haeren, Kalfshof, Huiskenshof, Steenenis, èn (over de gemeentegrens heen) Terworm. Deze hele reeks vormt samen met de beken als het ware ‘parelsnoeren’ in het landschap.
Het gebied kenmerkt zich door een fraaie harmonie tussen natuur en landschap, menselijke activiteiten van nú en menselijke activiteiten in het verleden. De glooiingen met verschillende beekdalen, alle uitmondend in de Geleenbeek, vormen een unieke landschappelijke constellatie die tot op de dag van vandaag exemplarisch is voor het Romeinse villalandschap. Tevens zijn in dit gebied de Via Belgica en de fundamenten van de Romeinse Villa Voerendaal aanwezig. Het is om die reden, dat in dit landschap gesproken kan worden van Archeologisch landschapspark Voerendaal: een gebied waarin de cultuurhistorie in natuur en landschap zichtbaar en toegankelijk is, dan wel te maken is.
De ‘bergen’
Het landschap van de Vrakelberg, het Eiland van Ubachsberg en de Kunderberg is in zijn geheel cultureel erfgoed.
Cultuurhistorische objecten zijn een zichtbaar en tastbaar bewijs van een voorbije periode waarin de aanwezige kalksteen ontgonnen en gebruikt werd: de groeves, de kalkovens (technologisch en industrieel erfgoed) en diverse gebouwen in de dorpen en buurtschappen, die met Kunraderkalksteen zijn gebouwd. Kortom: gebouwd erfgoed. De beltmolen neemt een belangrijke plek in in het landschappelijke ensemble van de Vrouwenheide. Hierboven is reeds aangegeven dat dit een harmonieus landschappelijk tafereel dient te blijven, waarbij aandacht dient te zijn voor een blijvend vrij uitzicht op de molen en waarbij de relatie met het molenbiotoop en de van oorsprong functionele relatie met het omringende agrarische landschap niet uit het oog mag worden verloren.
Hieronder volgt voor elke kern en buurtschap een korte beschrijving van de gebiedstypologie / ruimtelijke structuur.
In algemene zin ontleent een woonbuurt haar beeldwerking aan de gemeenschappelijke contour van bebouwing die aaneengesmolten is met een historische kern tussen relatief open en onbebouwd landschap of met andere woonbuurten en barrières. Binnen het bebouwde gebied zijn vaak afzonderlijke gebieden te onderscheiden. Vereenvoudigd kunnen drie hoofdgroepen worden onderscheiden: woonbuurten rond historische relicten, woonbuurten met blokvormige straatpatronen (specifiek jaren twintig tot vijftig) en nieuwbouw decenniumbuurten (vanaf jaren zestig tot heden).