direct naar inhoud van 5.2 Juridische planopzet
Plan: Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-OH01

5.2 Juridische planopzet

5.2.1 Juridische vorm

Het onderhavige bestemmingsplan betreft overwegend een beheersplan. Dit betekent dat hoofdzakelijk de huidige situatie geconserveerd wordt. De actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen (zie paragraaf 1.1 Aanleiding planherziening) is dan ook hoofdzakelijk gericht op het toepassen van een moderne plansystematiek en het vertalen van het huidige gebruik naar een actueel bestemmingsplan.

Alleen die ontwikkelingen welke een afzonderlijke procedure hebben doorlopen en waarvoor een omgevingsvergunning verleend is, zijn in onderhavig bestemmingsplan opgenomen.

In de reeds eerder voor dit bestemmingsplan opgestelde nota van uitgangspunten zijn op diverse onderdelen keuzes gemaakt. Deze keuzes zijn, indien ruimtelijk relevant, vertaald in het onderhavige bestemmingsplan (met name de planregels en verbeelding).

Het op te stellen bestemmingsplan zal voorzien in een juridische regeling die in het gebruik door burgers en door de gemeente voldoende flexibiliteit biedt, maar binnen duidelijke juridische kaders, waardoor de aan het plan te verbinden rechtszekerheid niet in het geding komt. Het bestemmingsplan bestaat uit planregels, verbeelding en toelichting.

In paragraaf 5.2.3 Wijze van bestemmen wordt nader ingegaan op de juridische vorm van dit bestemmingsplan.

5.2.2 Verbeelding

In de verbeelding van het plan zijn aangegeven:

  • de grens van het plangebied;
  • de bestemmingen van de in het plangebied gelegen gronden;
  • dubbelbestemmingen;
  • maatvoeringen en bebouwingspercentages voor bedrijven en voorzieningen
  • overige aanduidingen waarnaar in de regels wordt verwezen.

De gronden gelegen binnen de grens van het plangebied zijn geregeld binnen dit bestemmingsplan. De kleur in de verbeelding geeft aan om welke bestemming het gaat. Deze bestemmingen en overige aanduidingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling.

5.2.3 Wijze van bestemmen

De regels zijn als volgt opgebouwd:

  • Inleidende regels
  • Bestemmingsregels
  • Algemene regels
  • Overgangs- en slotregels

Inleidende regels

In de begripsbepalingen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Alleen die begripsbepalingen zijn opgenomen die gebruikt worden in de planregels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Om op een eenduidige manier afstanden en oppervlakten te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden.

Bestemmingsregels

Per bestemming die op de verbeelding wordt gebruikt worden gebruiks- en bouwregels opgenomen. De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit:

  • Bestemmingsomschrijving
  • Bouwregels
  • Nadere eisen
  • Afwijken van de bouwregels
  • Specifieke gebruiksregels
  • Afwijken van de gebruiksregels
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • Wijzigingsbevoegdheid


Niet alle onderdelen komen bij elke bestemming voor. Van de meest gebruikte onderdelen volgt hieronder een korte toelichting.


Bestemmingsomschrijving

In de bestemmingsomschrijving wordt een omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie(s) worden als eerste genoemd. Indien van toepassing, worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de woorden "met daaraan ondergeschikt". De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie binnen de betreffende bestemming.


Bouwregels

In de bouwregels is bepaald welke bouwwerken mogen worden opgericht, waarbij in ieder geval een onderscheid wordt gemaakt tussen de regeling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en daar waar van toepassing ook tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken. Voorts bevatten de bouwregels, voor zover van toepassing, minimale en maximale maatvoeringen voor de diverse bouwwerken zoals goothoogtes, bouwhoogtes, oppervlaktes en dakhellingen.


Nadere eisen

Nadere eisen kunnen worden gesteld aan bijvoorbeeld de situering van bouwwerken ten behoeve van bepaalde criteria, zoals een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, desociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. De nadere eisenregeling biedt de mogelijkheid om in concrete situaties in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning sturend op te treden door het opnemen van nadere eisen in de omgevingsvergunning. Nadere eisen kunnen alleen worden gesteld als er in de regels ook een primaire eis wordt gesteld. De nadere eisen moeten verband houden met deze eis. De nadere eisenregeling hoeft niet in alle bestemmingen te worden geregeld.


Afwijken van de bouwregels

Door het opnemen van afwijkingsbevoegdheden wordt flexibiliteit in bestemmingsregels gecreëerd doordat mogelijkheden worden geboden om in beperkte mate af te wijken van de algemeen toegestane bouwregelingen. Deze afwijkingen zijn niet bedoeld voor aanpassing van de bouwregels, waarvan de verwachting is, dat ze veelal kunnen worden verleend. In dat geval zijn de bouwregels hierop aangepast. Voor elke afwijking wordt aangegeven waarvan een afwijking wordt verleend, de maximale aanpassing die met de ontheffing kan worden toegestaan en meestal de situaties of voorwaarden waaronder de omge-vingsvergunning wordt verleend. Het gaat hier om afwijkingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien afwijkingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels).


Specifieke gebruiksregels

In de Wet ruimtelijke ordening is het verboden gronden te gebruiken op een manier die in strijd is met het bestemmingsplan. In specifieke gebruiksregels kunnen bepaalde functies nog concreet worden genoemd als zijnde verboden gebruik of toegelaten gebruik.


Afwijken van de gebruiksregels

Door met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels kan van de gebruiksregels in het plan worden afgeweken ten behoeve van een concrete vorm van gebruik. Dit mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel bij omgevingsvergunning afgeweken kan worden ten behoeve van functies die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies, maar dat via afwijking geen “nieuwe” functies kunnen worden toegestaan. De afwijking dient te zien op kleinere, planologisch minder ingrijpende onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ruimtelijke ingrepen dienen te worden geregeld via een wijzigingsbevoegdheid of bestemmingsplanherziening.


Wijzigingsbevoegdheid

Door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om het bestemmingsplan te wijzigen (binnenplanse wijziging). In de meeste gevallen zal het gaan om het wijzigen van de op een perceel gelegde bestemming. Het gaat hier om wijzigingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien wijzigingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels).

Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de anti-dubbeltelregel opgenomen. Deze regel wordt opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel of een bepaalde oppervlakte van een bouwperceel mogen beslaan, het resterende onbebouwde terrein ook nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.


Algemene bouwregels

Voor het hele plangebied, en dus alle bestemmingen, gelden een aantal algemene bouw- en gebruiksregels, conform de Bro. In de bouwregels is enkel een regeling opgenomen omtrent ondergronds bouwen. In de gebruiksregels worden seksinrichtingen, coffeeshops, straatprostitutie en dergelijke en kampeermiddelen uitgesloten.


Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksregels is een gebruiksverbod opgenomen dat van toepassing is op het hele plangebied. In het gebruiksverbod is bepaald dat het verboden is gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming te gebruiken. Daarnaast zijn een aantal specifieke gebruiksfuncties genoemd die binnen het plangebied niet gewenst zijn.


Algemene aanduidingsregels

De gebiedsaanduidingen worden in deze bepaling geregeld. Deze kunnen ook bij iedere afzonderlijke bestemming worden geregeld, maar omdat een gebiedsaanduiding veelal binnen meerdere bestemmingen ligt, hoeft de aanduiding in een algemeen artikel slechts eenmalig te worden opgenomen.


Algemene afwijkingsregels

In deze regels wordt aangegeven in welke gevallen het bevoegd gezag, in deze meestal burgemeester en wethouders, gerechtigd is om bij een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om, tenzij anders vermeld, afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.


Algemene wijzigingsregels

In deze regels wordt aangegeven in welke gevallen burgemeester en wethouders bevoegd zijn het bestemmingsplan te wijzigen. De voorwaarden, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, zijn daarbij aangegeven.


Algemene procedureregels

In deze bepaling wordt aangegeven welke procedures moeten worden doorlopen bij het stellen van nadere eisen. De procedure voor het wijzigen van een plan of het verlenen van omgevingsvergunningen is al bij wet geregeld.

Overige regels

Onder de overige regels is bepaald dat indien in de regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen het de regelingen betreft zoals die gelden op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

Daarnaast zijn voorrangsregels opgenomen. Indien een strijdigheid tussen een bestemming en dubbelbestemming aan de orde is, dan gaat het belang van de dubbelbestemming voor. Tevens is een prioriteitsstelling ten aanzien van de dubbelbestemmingen onderling opgenomen.

Als laatste is in dit artikel een bepaling opgenomen betreffende de noodzaak van het uitvoeren van bodemonderzoek bij nieuwe (bouw)ontwikkelingen of initiatieven.

Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

In deze regels wordt het overgangsrecht, zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening, overgenomen.


Slotregel

Als laatste wordt de slotregel opgenomen, ook zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze regel schrijft voor hoe het plan kan worden aangehaald.

5.2.4 De bestemmingen

In deze subparagraaf wordt een korte toelichting gegeven op de in dit plan voorkomende bestemmingen.

Enkelbestemmingen

Bestemming Agrarisch

Binnen de bestemming zijn gronden gelegen die gebruikt mogen worden voor het reguliere agrarisch bedrijfsmatige gebruik. Het beleid voor dit gebied is primair gericht op:

  • 1. Het behoud van cultuurgronden als basis voor de agrarische bedrijfsvoering.
  • 2. Met het oog op het eventuele extensief recreatief medegebruik mogen, rekening houdend met de hiervoor genoemde agrarische doeleinden, kleinschalige voorzieningen worden gebouwd. Met afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk om gronden te gebruiken voor verblijfsrecreatie.
  • 3. Binnen de bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen. Afwijken van de bouwregels met een omgevingsvergunning kan voor gebouwen ten behoeve van schuilgelegenheden, recreatieve voorzieningen en hagelnetten.

Bestemming Agrarisch – Agrarisch bedrijf

De gemeente richt haar beleid op duurzame voortzetting van agrarische bedrijven en bedrijfsvoering, waarbij geldt:

  • 1. Dat het beleid primair is gericht op het voeren van een volwaardig agrarisch bedrijf met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering. Het beheerskarakter staat daarbij voorop. Nieuwvestiging anders dan op een bestaande locatie is niet gewenst.
  • 2. Dat het beleid is gericht op het behoud van de bestaande rechten. Om de bestaande rechten te behouden heeft de agrariër aangetoond dat hij toekomstperspectief heeft.
  • 3. Per bedrijf is in principe maximaal één bedrijfswoning toegestaan. In situaties waar reeds sprake is van meerdere bedrijfswoningen, wordt het bestaande aantal bedrijfswoningen als maximum aantal bedrijfswoningen vastgelegd.

Binnen de bestemming is alleen een bouwvlak opgenomen. Hierbinnen mogen gebouwen, geen woning zijnde, bedrijfswoningen en mestopslagplaatsen worden opgericht. De bestaande bebouwing is binnen het bouwvlak opgenomen. Gezien de aanwezige fysieke ruimte is uitbreiding nog beperkt mogelijk. De bestaande bouwmogelijkheden zijn zoveel mogelijk behouden.

Het bouwvlak is per bouwperceel ingetekend. Aan de voorzijde is het bouwvlak afgestemd op de voorgevelrooilijn. Het bouwvlak is daarbij op maat afgestemd op het bouwperceel en mag in zijn geheel met bedrijfsgebouwen worden bebouwd. Tevens is in het bouwvlak één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders aangeduid.

Bestemming Agrarisch met waarden 

Binnen de bestemming zijn gronden gelegen die naast het gebruik voor reguliere agrarische activiteiten nog natuurlijk en landschappelijk waardevol zijn. Het beleid voor dit gebied is primaire gericht op:

  • 1. Het uitoefenen van de agrarische bedrijfsvoering.
  • 2. Inzake de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt gestreefd naar behoud en herstel van het historisch patroon van verkaveling, ontsluiting en kleinschalige landschapselementen. Schaalvergroting door middel van het samenvoegen van percelen en leidend tot het verwijderen van houtgewas, wordt uitgesloten.
  • 3. Met het oog op het eventuele extensief recreatief medegebruik mogen, rekening houdend met de hiervoor genoemde agrarische doeleinden, kleinschalige voorzieningen wor-den gebouwd. Met afwijking van de gebruiksregels is het mogelijk om gronden te gebruiken voor verblijfsrecreatie.
  • 4. Binnen de bestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen. Afwijken van de bouwregels met een omgevingsvergunning kan voor gebouwen ten behoeve van schuilgelegenheden, recreatieve voorzieningen en hagelnetten.

Bestemming Bedrijf

Voor bedrijven wordt het volgende beleid gevoerd:

  • 1. Het beleid is gericht op continuering van de bestaande bedrijfsactiviteiten. Bedrijven mogen in hun huidige omvang worden voortgezet. Uitbreiding van de activiteiten is in beginsel uitgesloten omdat het beleid van de gemeente is gericht om het vestigen van bedrijven op het bedrijventerrein. Beperkte uitbreiding is alleen mogelijk indien de noodzaak is aangetoond en geen alternatieve mogelijkheden aanwezig zijn.
  • 2. Bij bedrijfsbeëindiging kan in de bestaande bedrijfsgebouwen een nieuw bedrijf gevestigd worden, onder de voorwaarde dat het eenzelfde soort bedrijf betreft.
  • 3. Bij de bedrijven is één bedrijfswoning per bedrijf toegestaan.
  • 4. Het toegestane ruimtebeslag wordt tot uitdrukking gebracht middels de gevellijn op de verbeelding en de aanvullende maatvoering in de regels.
  • 5. Via afwijking andere bedrijfsactiviteiten mogelijk met een zelfde of kleinere impact.

Bestemming Detailhandel, Horeca en Kantoor

Confrom het vigerende bestemmingsplan is ervoor gekozen de binnen het plangebied aanwezige detailhandels-, horeca en kantoorfuncties specifiek te bestemmen.

  • 1. Algemeen geldt continuering van de bestaande activiteiten, waarbij de vigerende rechten worden gehandhaafd. De begrenzing is bepaald overeenkomstig het bestaande gebruik.

Bestemming Gemengd - Landgoed

De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de realisatie van het "Landgoed Borghans", zoals dit op basis van landelijke en provinciale regelingen kan worden gerealiseerd. Binnen dit landgoed is de woonfunctie rechtstreeks toelaatbaar, evenals recreatief medegebruik. Via afwijking van de gebruiksregels kunnen verder toegelaten worden: een zelfstandig kantoor, lichte horeca, zorgvoorzieningen niet behorende tot de eerstelijns zorg, recreatiewoningen/vakantieappartementen en lichte bedrijfsactiviteiten.

Binnen de bestemming Gemengd - Landgoed is een bouwvlak opgenomen. Hierbinnen mogen de gebouwen opgericht worden. De bestaande bebouwing is binnen het bouwvlak opgenomen. Bijbehorende bouwwerken als mede bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd mogen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden opgericht.

Bestemming Groen

Ten aanzien van de functionele groenvoorzieningen binnen het plangebied staat het beheerskarakter voorop. Gewijzigde inzichten, die leiden tot herinrichting, zijn binnen de begrenzing van de bestemming, zonder meer en zonder bestemmingsplanprocedure mogelijk.

Bestemming Maatschappelijk

Onder de bestemming Maatschappelijk zijn enkele specifiek niet-bedrijfsmatige functies en een begraafplaats ondergebracht. Het volgende beleid is hierop van toepassing:

  • 1. Algemeen geldt continuering van de bestaande activiteiten, waarbij de vigerende rechten worden gehandhaafd. De begrenzing is bepaald overeenkomstig het bestaande gebruik.

Voor de bestemming Maatschappelijk zijn de bouwmogelijkheden afgestemd op de bestaande bebouwing. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Bestemming Recreatie

Binnen de bestemming Recreatie vallen de verblijfsrecreatieve voorzieningen zoals een kampeerterrein. Deze te onderscheiden functies zijn op kaart specifiek aangeduid. Het beleid is afgestemd op de Visie Verblijfsrecreatie in Voerendaal en gericht op instandhouding van de bestaande voorzieningen.

Bestemming Sport

De aanwezige sportaccommodaties zijn bestemd als Sport. Het beleid van de gemeente is gericht op instandhouding van de bestaande voorzieningen.

Bestemming Tuin

Op de overgang van bebouwing naar het buitengebied, ter voorkoming van verrommeling, is de bestemming Tuin toegekend. Binnen de bestemming Tuin, bestemd voor huisweiden, groenvoorzieningen en/of tuinen, is opgenomen dat de betreffende gronden niet als erf bij het hoofdgebouw gebruikt mogen worden en derhalve niet voor bebouwing met vergunningsvrije bouwwerken in aanmerking komen.

Bestemmingen Verkeer en Water

Sommige zaken spreken qua beleid voor zich. Het zijn functionele onderdelen van het plangebied, zoals verkeers- en verblijfsruimte en water:

  • 1. Het beheerskarakter staat voorop. Gewijzigde inzichten, die leiden tot herinrichting, zijn binnen de begrenzing van de bestemming, zonder meer en zonder bestemmingsplanprocedure mogelijk.
  • 2. Water is specifiek bestemd in het kader van de waterhuishouding c.q. de primaire functie van de watergang.
  • 3. Nutsvoorzieningen maken integraal onderdeel uit van de bestemming Verkeer. Alleen de nutsvoorzieningen de ruimtelijk gezien zodanig van omvang zijn dat ze niet als onderdeel van de verkeersbestemming te zien zijn, zijn middels een aanduiding specifiek bestemd als Bedrijf.

Bestemming Woongebied

Binnen de bestemming Woongebied is het volgende beleid van toepassing:

  • 1. Bestaande woningen worden voorzien van een redelijke uitbreiding ter realisering van de, naar de eisen van de tijd, bedoelde vergroting van het woongenot. Het daarvoor benodigde ruimtebeslag wordt tot uitdrukking gebracht middels de gevellijn op de verbeelding en de aanvullende maatvoering ten aanzien van hoofd- en bijgebouwen in de regels. Daarbij wordt behoud van de herkenbaarheid als vrijstaande, twee-aaneen of aaneengebouwde woning nagestreefd. Nieuwe, ter vervanging van bestaande, woningen zullen ook binnen dit regime moeten passen, zonder dat het aantal woningen zoals aanwezig toeneemt.
  • 2. Onder de bestemming Woongebied valt op grond van jurisprudentie ook het aan huis gebonden beroep. De omvang ervan is aan een maximum gebonden, het handhaven van een complete woning in het gebouw blijft vereist. De maat van het beroepsgedeelte is recht-streeks toegestaan voor het hoofdgebouw tot ten hoogste 60 m². Aan huis gebonden beroepen zijn dus vrij, voor zover de woonfunctie volledig gehandhaafd blijft en voor zover de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is. Aan huis gebonden bedrijven zijn niet rechtstreeks toegestaan, maar uitsluitend via afwijking van de gebruiksregels en via afwijking beroep aan huis in het bijgebouw.
  • 3. Het realiseren van een nieuwe woning door middel van inpandig wonen (woningsplitsing) is niet toegestaan. Het aantal woningen zoals aanwezig op het moment van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan is maatgevend.
  • 4. Het realiseren van mantelzorgvoorzieningen binnen de bestemming wonen is zonder meer mogelijk, wanneer dit aaneengesloten bebouwing betreft (woning met aangebouwd bijgebouw). Noch het bestemmingsplan, noch het volkshuisvestingsbeleid stelt regels ten aanzien van gezinssamenstelling (bijvoorbeeld een 3 generatie gezin). De Woningwet verzet zich niet tegen de realisering van meerdere voorzieningen in één woning, zoals badkamers en kookgelegenheden.

Naast het bestemmingsplan is het ook mogelijk om vergunningvrij nog vrijstaande of aangebouwde bijgebouwen op te richten op basis van de Wabo binnen de bestemming Woongebied.

Dubbelbestemmingen

Dubbelbestemmingen zijn veelal een toevoeging op de onderliggende bestemming. Een dubbelbestemming is primair. Dit houdt in dat indien het bepaalde in de dubbelbestemming op gespannen voet staat met de regels van de onderliggende bestemming, het bepaalde in de dubbelbestemming voor gaat.

Leiding – Gas, Leiding – Hoogspanning en Leiding - Water

Ter plaatse van het directe ruimtebeslag van de ondergrondse en bovengrondse leidingen worden activiteiten, die het bedrijfszeker en -veilig functioneren van deze rioolleidingen kunnen schaden, geweerd. Derhalve worden beperkingen opgelegd aan de mogelijkheden tot bebouwing en gebruik van de grond, die tot beschadiging van de leidingen kan leiden.

Waarde – Archeologie

Het beleid aangaande de archeologische waarden, zoals opgenomen in de toelichting in paragraaf 4.4, is conform de als bijlage 6 bij de regels gevoegde kaart vertaald in de regels en luidt als volgt:

  • 1. In de regels is ter bescherming van de archeologische waarden aan de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, binnen bepaalde grenzen, als bedoeld Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), een onderzoeksverplichting opgelegd met betrekking tot de archeologische waarde van de te bebouwen gronden.
  • 2. Verder is voor een aantal mogelijk bodemverstorende activiteiten een vergunningenstelsel opgenomen met een onderzoeksverplichting ten aanzien van de archeologische waarde van het terrein waarop de werken en werkzaamheden plaatsvinden.

Waarde - Beschermd dorpsgezicht

Aangaande het beschermd dorpsgezicht Winthagen wordt het volgende beleid gevoerd:

  • 1. Het beschermd dorpsgezicht is onder de dubbelbestemming Waarde – Beschermd dorpsgezicht gebracht.
  • 2. Binnen de dubbelbestemming mag uitsluitend worden gebouwd, mits de hoofdvorm van de bouwwerken, bepaald door de situering en oppervlakte van het grondvlak, gevelbreedte, (goot-)hoogte, dakhelling en nokrichting, zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan wordt gehandhaafd.
  • 3. Verder is een sloopvergunning opgenomen voor het slopen van waardevolle bebouwing.

Waarde – Landschapselement

Binnen deze dubbelbestemming wordt gestreefd naar het behoud van de bestaande landschapselementen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan. Werken en werkzaamheden aan deze landschapselementen zijn aan een vergunning gebonden.

Waterstaat - Waterlopen

Ter zake bescherming, beheer en onderhoud is op de deze beschermingszone, behorende bij primaire wateren, de regelgeving van de Keur van het waterschap van toepassing.

Gebiedsaanduidingen

De gebiedsaanduidingen betreffen onder andere zoneringen die vanuit milieuwetgeving op kaart gezet moeten worden. Deze aanduidingen betreffen in de meeste gevallen een nadere regulering van de bouwregels. In de regels zijn de gebiedsaanduidingen in het artikel 29 Algemene aanduidingsregels, van een passende regeling voorzien.