Plan: | Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-OH01 |
In deze paragraaf wordt ingegaan op de ruimtelijke kaders die het bestaande gemeentelijk beleid stelt aan het op te stellen bestemmingsplan. Het gaat daarbij om:
De natuur- en landschapsvisie is opgesteld op basis van drie doelstellingen: perspectief voor natuur en landschap, perspectief voor de ondernemer en perspectief voor de cultuurhistorie. Natuur en landschap zijn de economische drager voor de agrarische sector en recreatie en toerisme. Derhalve moeten deze als basiskapitaal gekoesterd worden, door behoud, herstel en duurzaam beheer van landschappelijke en natuurlijke kwaliteit.
In de gemeente Voerendaal zijn drie gebiedstypen door hun geheel eigen karakter te onderscheiden. Het betreft de plateaus, de beekdalen en de bergen. Ieder gebied heeft een geheel eigen specifieke potentie voor het realiseren van één van de doelstellingen. Dit komt door de mate waarin natuur, agrarisch grondgebruik en cultuurhistorische elementen in de deelgebieden voorkomen. Voor de plateaus (Ransdalerveld) liggen de potenties bij de agrariër, in de beekdalen (stroomgebied Luiperbeek, Retersbeek, Hoensbeek, Hongerbeek, Dammerscheiderbeek, uitmondend in de Geleenbeek) op cultuurhistorie en in de bergen (Fromberg, Vrakelberg, Vrouwenheide, Daelsberg, Welterberg en Kunderberg) op natuur en landschap.
Concrete randvoorwaarden of ruimtelijke relevantie kent de visie op natuur en landschap niet voor de kernen in relatie tot het actualiseren van bestemmingsplannen.
De Deelgebiedsvisie Landschapspark Cortenbach geeft de uitgangspunten voor de ruimtelijke en functionele invulling van het Cortenbacherveld (2008, heroverweging 2011). Dit gebied maakt echter geen onderdeel uit van het plangebied en heeft ook geen invloed op ruimtelijke aspecten die spelen bij de actualisatie van dit bestemmingsplan voor de kernen.
Gebiedsontwikkelvisie "Land van Kalk" vormt een groen cluster opgenomen in de Strategische Visie op het toerisme van Parkstad Limburg. De Ontwikkelvisie Land van Kalk (2011) volgt uit het streven de Kunradersteengroeve opnieuw in ontginning te brengen, ten behoeve van de productie van kalksteen voor de restauratie van monumenten, in combinatie met educatieve en recreatieve doeleinden.
Daarbij is onderkend dat het thema "kalk kansen" biedt voor toerisme en recreatie. Het "Land van Kalk", (binnen de gemeente Voerendaal grofweg het Ransdalerveld, Kunderberg, Daelsberg, Vrouwenheide, Vrakelberg en Fromberg) is vervolgens als groene cluster opgenomen in de Strategische Visie op het toerisme van Parkstad Limburg. Het streefbeeld voor het Land van Kalk voorziet, naast het weer in gebruik nemen van de groeve, in:
Het Land van Kalk is een project van en door ondernemers. De rol van de overheid (gemeente, Parkstad Limburg) is met name faciliterend. Het grootste deel van de ontwikkelingsvisie ziet op het buitengebied van Voerendaal. De visie heeft echter ook betrekking op (potentiële) ontwikkelingen binnen de kernen en buurtschappen in het genoemde gebied. In het bestemmingsplan zullen diverse flexibiliteitsmogelijkheden zijn opgenomen om recreatieve ontwikkelingen te stimuleren, Bij concrete ontwikkelingen zal worden bekeken of deze passen binnen de ontwikkelingsvisie. Momenteel doen zich geen concrete projecten voor die vragen om een planologische vertaling in dit bestemmingsplan.
In de Visie Verblijfsrecreatie in Voerendaal (2007) zijn de toetsingscriteria voor mogelijke verblijfsrecreatie concepten binnen de gemeente vastgelegd. Deze betreffen kleinschaligheid, innovatie, diversiteit, exclusiviteit en spreiding. Daarnaast moet sprake zijn van een verbinding met cultuurhistorische waarden.
In de visie zijn de voorwaarden voor diverse vormen van binnen de gemeente aanvaardbare verblijfsrecreatie vastgelegd. Dit betreft kleinschalig kamperen, minicampings, reguliere campings, bed & Breakfast / logies aan huis en vakantieappartementen-groepsaccommodatie-(zorg)hotel/pension. Andere vormen van kamperen (natuurkamperen, groepskamperen en kamperen voor eigen gebruik) worden niet toegelaten. Ten behoeve van bijzondere evenementen kan hiervoor een uitzondering worden gemaakt. Ook is er in beginsel volgens deze visie geen plek voor nieuwe bungalowparken of (groepen van) vakantiehuizen.
In dit bestemmingsplan zijn de voorwaarden voor de diverse vormen van verblijfsrecreatie in de daarvoor op te nemen regelingen verwerkt. Bed & Breakfast / logies aan huis (en kleinschalig kamperen, minicamping voor zover van toepassing) worden via binnenplanse afwijking onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Bestaande reguliere campings en vakantieappartementen / groepsaccommodatie / (zorg)hotel- /pension worden rechtstreeks bestemd.
In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) zijn de ambities uitgesproken, doelen gesteld en maatregelen benoemd voor de termijn 2012-2015. In het GVVP zijn hiervoor acht thema's opgenomen:
Voor ieder thema zijn de knelpunten benoemd en is de ambitie vastgelegd en vertaald naar doelstellingen. Op basis van deze doelstellingen is een uitvoeringsprogramma 2012-2015 opgesteld met daarin de projecten en acties die de komende jaren zullen worden opgepakt.
In zijn algemeenheid is de doelstelling om de gemeente Voerendaal goed bereikbaar te houden. Daarbij geldt voor de dorpen dat leefbaarheid de voorkeur krijgt boven doorstroming en dat veiligheid voorop staat. Met name in het buitengebied geldt dat de wegen ook gebruikt worden door het landbouwverkeer. Dit verkeer moet voldoende bewegingsruimte krijgen waarbij de overlast voor de overige weggebruikers en bewoners minimaal is.
Het GVVP heeft geen directe ruimtelijke consequenties bij het actualiseren van een bestemmingsplan.
In het Gemeentelijk Waterplan heeft de gemeente Voerendaal haar visie op het omgaan met water neergelegd. Uitgangspunt is het streven naar een duurzaam watersysteem, dat wil zeggen voor nu en altijd veilig, schoon, voldoende, natuurlijk en aantrekkelijk water. Daartoe worden de volgende waterdoelen nagestreefd:
In het gemeentelijk Waterplan zijn zes thema's onderscheiden. Per thema is een visie gegeven op water. De zes thema's zijn:
Dit bestemmingsplan betreft een beheerplan, de aanwezige waterlopen (al dan niet overkluisd), grondwaterbeschermingsgebieden, waterwingebieden, waterbuffers en bijbehorende beschermingszones worden conform de vigerende plannen gehandhaafd en geactualiseerd, daar waar nodig (zie paragraaf 4.3 Waterhuishouding).
Met de Kadernota Agro-toerisme Voerendaal (vastgesteld in 2009) wil de gemeente Voerendaal vooral ruimte bieden aan agrotoeristische verblijfsvormen en vormen van dagrecreatie ten behoeve van gasten die komen om te onthaasten in een mooie landschappelijke omgeving (verblijven, wandelen, fietsen) in een typische Bourgondische gemoedelijkheid. Daarbij worden criteria gehanteerd als kleinschaligheid, innovatie, diversiteit, exclusiviteit, spreiding en de mate van verbinding met cultuurhistorische waarden. Nieuwe initiatieven moeten leiden tot kwaliteitsverbetering van het toeristisch product en zijn voorzien van een goede landschappelijke inpassing.
In dit bestemmingsplan worden binnen de relevante bestemmingen (met name de agrarische bedrijven) binnenplanse mogelijkheden opgenomen om te komen tot agrotoeristische verblijfsvormen en vormen van dagrecreatie.
Het Actieprogramma Werk en Economie Voerendaal is eind 2011 door de raad vastgesteld en kent twee hoofddoelstellingen:
Het actieprogramma bevat een samenhangend pakket van maatregelen en acties waarmee de economische structuur en de werkgelegenheid in Voerendaal versterkt wordt ter stimulering van de welvaart, samenhang, sociale betrokkenheid en leefbaarheid van de kernen.
Voerendaal kent een groot aantal kleinschalige bedrijven in de woonwijken. Deze "wijk-economie" zal verder worden gestimuleerd en gefaciliteerd en hiertoe zal binnen de bestemmingsplannen meer flexibiliteit worden ingebouwd. Ook zal in de ruimtebehoefte van lokale bedrijven die zich willen vestigen op het bedrijventerrein worden voorzien. De gemeente gaat investeren in het partnership met en onder de Voerendaalse ondernemers. De dienstverlening aan de ondernemers wordt verbeterd door het instellen van een bedrijvenloket, het vereenvoudigen van procedures en klantgericht werken. Ook wordt uitgewerkt op welke punten startende en bestaande ondernemers door de gemeente nog verder gefaciliteerd kunnen worden. De uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd door het inzetten van re-integratie en participatie-instrumenten en door een actieve benadering van de Voerendaalse ondernemers.
Eén van de acties binnen het actieprogramma betreft het stimuleren van de economie. Door bedrijfsbeëindiging en wijziging van de bedrijfsvoering van landbouwbedrijven zal in de agrarische kernen en buurtschappen een deel van de agrarische bebouwing zijn oorspronkelijke functie verliezen. Nieuwe functies zoals recreatie, zorg, wonen en bedrijvigheid kunnen in de kernen en buurtschappen -onder voorwaarden- een plek krijgen. In het bestemmingsplan wordt dan ook aandacht gegeven aan economische initiatieven en aan een beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing, het zogenaamde VAB-beleid. Met het VAB-beleid wordt beoogd nieuwe economische en maatschappelijke ontwikkelingen ruimtelijk in te passen waarmee bevorderd wordt dat bestaande gebouwen op een goede wijze worden hergebruikt en de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen en buurtschappen behouden blijft. Het VAB-beleid zal een kader bevatten onder welke voorwaarden nieuwe functies kunnen worden ingepast. Nieuwe functies moeten zodanig worden ingepast dat bestaande (veelal agrarische) functies geen hinder ondervinden van de nieuwe ontwikkelingen.
Op 24 mei 2004 is de Welstandsnota Landelijk Parkstad vastgesteld. Deze Visie welstandsbeleid biedt gebiedsgerichte criteria voor de gemeenten Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. In deze welstandsnota zijn voor de gemeente Voerendaal welstandsgebieden met bijbehorende welstandsniveaus bepaald. Aan de hand van deze gebieden worden criteria gesteld voor nieuw- of verbouw van bouwwerken.
In onderstaande overzicht zijn de gebieden met bijbehorende welstandsniveaus weergegeven.
De Erfgoedverordening van de gemeente Voerendaal geeft aan welke bepalingen er gelden ten aanzien van het al dan niet aanwijzen van gemeentelijke monumenten. Op 9 februari 2012 is deze verordening vastgesteld. Hierin zijn de instandhoudingsbepalingen voor archeologische terreinen en de wijze van omgaan met monumenten opgenomen. In de gemeente Voerendaal zijn geen gemeentelijke monumenten aangewezen. Alle panden in Voerendaal, die een monumentale waarde hebben (circa 100), zijn aangewezen als rijksmonument en genieten als zodanig een stringente bescherming op basis van de Monumentenwet 1988.
Een aantal panden en objecten in Voerendaal (eveneens circa 100) bezit zogenaamde beeldbepalende kwaliteiten. Deze panden en objecten zijn aangemerkt als "karakteristiek", en genieten een beperkte bescherming, die geregeld wordt in het bestemmingsplan.
De bescherming heeft enkel betrekking op het beeldbepalende karakter, praktisch gezien gaat het in de meeste gevallen om behoud van een voorgevel. Voor betreffende panden is de verwachting dat er inpandig over het algemeen geen onroerende zaken aanwezig zijn, die een bijzondere bescherming behoeven.
De monumentenwet 1988 biedt het kader voor rijksbeschermde monumenten en het beschermd dorpsgezicht Winthagen. De rijksmonumenten worden in dit bestemmingsplan met een specifieke aanduiding opgenomen. Dit heeft enerzijds een signaalfunctie, anderzijds worden in het bestemmingsplan ruimere gebruiksmogelijkheden geboden aan rijksmonumenten en karakteristieke panden (na binnenplans afwijken) om het behoud van deze panden te stimuleren.
In de bomenverordening is de regelgeving rond het kappen van bomen en houtopstanden voor burger en gemeentelijke organisatie vastgelegd. Bij de bomenverordening hoort een kaart met beschermde houtopstanden. Voor de op deze kaart aangeduide bomen en groenelementen geldt een kapverbod. Hiervan kan onder voorwaarden ontheffing worden verleend.
De verordening geeft dus een bescherming van de bijzondere bomen binnen de gemeente. Door deze belangrijkste bomen en groenelementen te beschermen wordt de groene kernkwaliteit van de gemeente behouden en zelfs versterkt. Aangezien de gemeente dit juridisch regelt middels een verordening, hoeft dit geen deel uit te maken van het bestemmingsplan.
Door middel van een geurverordening worden de belangen leefbaarheid en respect voor het landelijk gebied (de agrariër in het landelijk gebied) zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. In de Verordening Wet geurhinder en veehouderij Voerendaal 2011 worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:
De aanwezige geurhindercontouren worden niet in de beschouwing van de milieuaspecten meegenomen. Deze zijn immers geregeld middels vergunningen en maken geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan.
Op 28 juni 2012 is het meerjaren volkshuisvestingsplan: "Samen bouwen aan wonen in Voerendaal 2020" door de gemeenteraad van Voerendaal vastgesteld. Dit beleid, dat is opgesteld in samenwerking met de woningstichting Voerendaal en Parkstad Limburg, bestaat uit een visie-deel ten aanzien van het wonen en een uitvoeringsprogramma. Aan de hand hiervan zijn de ambities en doelstellingen geformuleerd om een toekomstbestendig woon- en leefklimaat te realiseren voor de gemeente en de afzonderlijke kernen in het bijzonder.
Het doel van dit programma is om ook voor de toekomst een balans te behouden tussen vraag en aanbod van woningen in de gemeente Voerendaal. Het gaat om evenwicht in zowel aantallen woningen als de samenstelling. Het streven is om de mogelijke kwantitatieve en kwalitatieve onevenwichtigheden in de woningmarkt weg te nemen danwel te voorkomen.
Iedere kern heeft een eigen signatuur en te maken met een eigen demografische ontwikkeling. Daarom is per kern de opgave gedefinieerd en aangegeven hoe de gemeente deze opgave gaat realiseren. Daarbij is aandacht voor leefbaarheid, levensloopbestendigheid, zorg, onderwijs, voorzieningen en mobiliteit. Dit heeft geresulteerd in een opgave die is vastgelegd in een uitvoeringsprogramma.
Dit beleid heeft op onderdelen zijn planologische vertaalslag gekregen in dit bestemmingsplan voor de kernen. Concreet betekent dit dat bij het toevoegen van nieuwe woningen door middel van een binnenplanse afwijking, sprake moet zijn van levensloopbestendige woningen en een bijdrage aan het volkshuisvestelijk herstructureringsfonds dan wel het onttrekken van een woning elders binnen de gemeente.
De ontwikkelingen en schaalvergroting in de land- en tuinbouw heeft ertoe geleid dat een aantal agrarische bedrijven verbreding van de bedrijfsactiviteiten zoekt of dat de agrarische bedrijfsactiviteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd. Deze ontwikkeling heeft zich de afgelopen jaren al voltrokken en zal zich ook in de komende jaren verder voortzetten.
Het VAB-beleid geeft de kaders en randvoorwaarden voor het wijzigen van een agrarische bestemming in een andere bestemming. Bij beëindiging van agrarische bedrijven gaan de agrarische gronden meestal over naar andere agrariërs. Voor de boerderij en stallen die na bedrijfsbeëindiging overblijven hebben andere agrariërs over het algemeen weinig belangstelling. In een aantal gevallen is de bebouwing zodanig verouderd dat sloop van de bebouwing aan de orde is.
In andere gevallen is de bebouwing nog goed bruikbaar voor nieuwe functies. De vrijkomende agrarische bebouwing (afgekort tot VAB) zou opnieuw, voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden. Hergebruik van VAB heeft veel voordelen. Waardevol cultuurhistorisch erfgoed kan behouden blijven, terwijl tegelijkertijd onderdak kan worden geboden aan nieuwe economische bedrijvigheid op het platteland en in de buurtschappen. De wens van bedrijven om nieuwe bedrijfspanden op te richten voor activiteiten met een geringe impact op de omgeving kan deels ook ingevuld worden met VAB. Vraag en aanbod kunnen bij elkaar worden gebracht, waarmee extra verstening kan worden voorkómen.
Op die manier kan de sociaal-economische vitaliteit en de leefbaarheid van het platteland worden versterkt. Hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing is daarmee een duidelijk voorbeeld van behoud door (her)ontwikkeling. Een bijkomende doelstelling is het behoud van beeldbepalende panden en het behouden en/of versterken van de ruimtelijke kwaliteit.
Het VAB-beleid heeft tot doel:
Het VAB-beleid is van toepassing op:
Bovenstaande gebouwen en panden worden in de beleidsnota samengevat onder de noemer VAB. VAB kan zowel in het buitengebied als in de kernen gelegen zijn.
Het VAB-beleid heeft geen rechtstreekse werking. Het VAB-beleid is juridisch verankerd via de bestemmingsplannen. In de bestemmingsplannen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, om de nieuwe functies mogelijk te maken. Dit betekent concreet dat het college van B&W de bevoegdheid krijgt om de agrarische bestemming te wijzigen in een bestemming recreatie, zorg, bedrijf of maatschappelijk.