20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding met een belemmeringenstrook van 20 meter aan weerszijden van de hartlijn van de verbinding.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 33.1.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 20.2, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden, mits:
-
a. de belangen en de veiligheid van de in artikel 20.1 bedoelde hoogspanningsverbinding niet worden geschaad;
-
b. geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de artikel 20.1 bedoelde hoogspanningsverbinding;
-
c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder;
-
d. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanbrengen van beplantingen en bomen;
-
b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
-
d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
-
e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
-
f. het permanent opslaan van goederen.
20.4.2 Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in artikel 20.4.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken:
-
a. die verband houden met de aanleg van de betreffende bovengrondse hoogspanningsleiding;
-
b. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
-
c. die het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en de belemmerde strook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen.
20.4.3 Toepassingscriteria
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
-
a. de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen en de veiligheid van de verbinding niet onevenredig schaden;
-
b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder over de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de verbinding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.