direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Kernen Klimmen, Ransdaal, Ubachsberg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0986.BPkernenKRU-OH01

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “ Sport ” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportaccommodaties;
  • b. schietbomen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schietboom',

met daaraan ondergeschikt:

  • 1. groenvoorzieningen;
  • 2. parkeervoorzieningen;
  • 3. nutsvoorzieningen;
  • 4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 33.1.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen
  • a. Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingspercentage maximaal 5 % van het bestemmingsoppervlak mag bedragen;
    • 2. de goothoogte maximaal 3,50 m. mag bedragen.
  • b. Bebouwing, welke hetzij bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, hetzij wordt of kan worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning en die afwijkt van één of meer van de in (afzonderlijke) bepalingen voorgeschreven situering, maatvoering en/of aantal(len), wordt geacht te voldoen aan de regels van dit plan.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 10,00 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van schietbomen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schietboom' ten hoogste 15,00 m mag bedragen.

14.3 Nadere eisen
14.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.

14.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 14.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de landschappelijke inpassing;
  • c. de milieusituatie;
  • d. verbetering van de gebiedskwaliteit;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en van omliggende waarden.