direct naar inhoud van Artikel 7 Detailhandel
Plan: Bedrijventerrein Belfeld, reparatie 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2010010BTBLFLD-VA01

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel met uitzondering van een supermarkt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. gebouwen;
  • h. bedrijfswoningen;
  • i. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte.
7.2.2 Bedrijfswoningen

In afwijking van lid 7.2.1 gelden voor het bouwen van bedrijfswoningen de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien en voorzover de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één per bedrijf bedragen;
  • c. de afstand van de bedrijfswoning tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 800 m3;
  • e. voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt het volgende:
    • 1. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 9 m bedragen.
7.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd bij vrijstaande / niet-inpandige bedrijfswoningen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer dan 100 m2 bedragen;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 3,3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. overkappingen, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan binnen het bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
7.3 Afwijking van de bouwregels
7.3.1 Afwijkingsmogelijkheid

Bij omgevingsbesluit kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.1 sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

  • a. de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;
  • b. de afstand tot de bouwperceelgrens niet minder dan 3 m bedraagt; en
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in lid 7.2.1 sub b minder bedraagt dan 4 m, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.
7.3.2 Criteria

De in lid 7.3.1 genoemde afwijkingen zijn slechts toegestaan indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid; en
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  • c. prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • d. coffeeshops.