direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene bouwregels
Plan: Centrum Tegelen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009025-VA01

Artikel 22 Algemene bouwregels

22.1 Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten
22.1.1 Behoud/ herstel cultuurhistorische/ monumentale waarden

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en
  • b. 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument'

is het betreffende gebouw of object primair bestemd voor het behoud en/ of herstel van cultuurhistorische en/ of monumentale waarden.

22.1.2 Bouwregeling

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' mag alleen worden gebouwd krachtens de onderliggende bestemming en als de bestaande kwaliteit niet wordt aangetast door wezenlijke veranderingen in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door situering, massa, kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling en gevelafwerking met kleur en materiaalgebruik, zulks met inbegrip van waardevolle details.

In afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming, mag en dient het stedenbouwkundige beeld en uitwendige karakter van de gebouwde objecten (te) worden behouden, eventueel ook in een van het ter plaatse geldende bestemmingsregel afwijkende maatvoering, mits van het bouwwerk, zoals dit bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, niet wordt veranderd en ook de architectuur en structuur van de bebouwing worden gehandhaafd, te weten: de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrichting en de dakhelling, alsmede de gevelindeling van ramen, deuropeningen, luiken en erkers.

22.1.3 Verplichting bij bouwvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager van een bouwvergunning verplichten een rapport te overleggen waarin de cultuurhistorische waarden en zonodig de archeologische (verwachtings)waarden van het op de bouwaanvraag betrekking hebbende terrein en de zich eventueel daarop bevindende opstallen, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Het rapport wordt vervaardigd met inachtneming van een programma van eisen, welke daartoe is opgesteld door een deskundige op het gebied van archeologie en/ of cultuurhistorie van de gemeente Venlo.

22.1.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen in het kader van de bouw-, aanleg- en sloopvergunning ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien ter plaatse gemeentelijke monumenten, rijksmonumenten of behoudens- en beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn.

22.1.5 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing, voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemmingen zoals opgenomen onder 22.1.2., onder de voorwaarden dat:

  • a. de cultuur- en bouwhistorische alsmede de archeologische waarden niet worden aangetast;
  • b. de nieuwbouw binnen de cultuurhistorische waarden alsmede archeologische waarden past dan wel een kwalitatieve bijdrage levert aan de genoemde waarden;
  • c. er geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld;
  • d. voor zover het bouwen en of de gevolgen ervan, monumenten en/ of archeologisch waardevolle locaties betreft, dient hierover voorafgaand aan de verlening van de ontheffing, advies te worden ingewonnen bij een ter zake deskundige van de gemeente Venlo.

22.1.6 Aanlegvergunning

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' is het verboden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien of anderszins aantasten van waardevolle groenelementen;
  • b. het geheel of gedeeltelijk wijzigen, aantasten, vernietigen van objecten, waaronder begrepen alle detaillering en gevelafwerking;
  • c. het geheel of gedeeltelijk wijzigen, aantasten, vernietigen van de waardevolle cultuurhistorische en/ of archeologische elementen.

22.1.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' of de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' (geheel of gedeeltelijk) wordt verwijderd, als op basis van archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek geen cultuurhistorische en/ of archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijk archeoloog, de beleidsmedewerker monumenten en/ of beleidsmedewerker cultuurhistorie van de gemeente Venlo.

22.2 Bestaande afstanden en andere maten
22.2.1 Bestaande afstanden en maten die meer bedragen

Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

22.2.2 Bestaande afstanden en maten die minder bedragen

In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/ of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.

22.2.3 Heroprichting

In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 22.2.1 en 22.2.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.