direct naar inhoud van Artikel 17 Verkeer-Verblijfsgebied
Plan: Centrum Tegelen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009025-VA01

Artikel 17 Verkeer-Verblijfsgebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • b. parkeervoorzieningen, waarbij ondergrondse parkeervoorzieningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. kunstwerken;
  • f. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;


met daaraan ondergeschikt:

  • h. bermen en beplanting;
  • i. straatmeubilair;
  • j. hondenuitlaatplaatsen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. onderdoorgangen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen alleen gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd en ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen (garageboxen);
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer dan 15 m² bedragen en van garageboxen niet meer dan 30 m².
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' bebouwing ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen is toegestaan waarvan de diepte maximaal één ondergrondse bouwlaag mag bedragen.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. er zijn geen bouwwerken ten behoeve van overkappingen en terrassen toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b. mag de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 12 m bedragen.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/ of aan te brengen oppervlakteverharding.


17.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 17.2.2 sub a en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van terrassen worden gerealiseerd, mits voldaan wordt aan de vastgestelde beleidsregels voor terrassen.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden als:

  • a. standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/ of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.