direct naar inhoud van Artikel 21 Leiding - Brandstof (dubbelbestemming)
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 21 Leiding - Brandstof (dubbelbestemming)

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een brandstofleiding.

21.2 Bouwregels
  • 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
  • 2. Ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof' is het niet toegestaan om te bouwen binnen een zone van 5 meter aan beide zijden van de hartlijn.

21.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de navolgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,5 meter bedragen.

21.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2, lid 1 en toestaan dat in de andere bestemmingen gebouwen worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding.
  • b. Vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
21.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Brandstof zonder in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • e. diepploegen;
  • f. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarme verband houdende constructies;
  • g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

21.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van 21.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. werken en/of werkzaamheden die niet dieper gaan dan -0,4 meter beneden maaiveld;
  • b. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

21.4.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in 21.4.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.