direct naar inhoud van Artikel 19 Water - Rivier
Plan: Buitengebied Venlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009019-VA01

Artikel 19 Water - Rivier

19.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Water - Rivier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. de scheepvaart;
  • c. de beheersing van de waterstand en de stroomvoerende functie van de rivier de Maas;
  • d. voor het behoud en herstel van natuurwaarden;
  • e. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;

met de daarbij behorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichten en bakens ten behoeve van de scheepvaart.

19.2 Bouwregels

Op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering met een maximale hoogte van 8 meter.

19.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 voor:

19.3.1 Openbare aanlegplaatsen en steigers

de bouw van openbare aanlegplaatsen en/of steigers ten behoeve van bestaande bebouwing en functies die grenzen aan het water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Geen steigers mogen worden aangebracht in rietkragen en groene oeverzones met een breedte van meer dan 2 meter.
  • b. Met de aanleg van de steiger mag geen onevenredige (blijvende) schade worden aangebracht aan ter plekke aanwezige rietkragen of andere met oever- en moerasplanten begroeide oevers.
  • c. Er dient toestemming gevraagd te worden bij de vaarwegbeheerder.
  • d. In geval het geen openbare aanlegplaats betreft dient de eigenaar van de betreffende oeverzone en/of het water schriftelijk toestemming te verlenen.
  • e. De lengte van de steiger mag niet meer bedragen dan 2 meter en de breedte niet breder zijn dan 1 meter. De steiger mag niet meer dan 0,75 meter boven het wateroppervlakte (streefpeil) uitsteken.
  • f. Per steiger mogen niet meer dan 2 afmeerpalen gerealiseerd worden met een onderlinge afstand van maximaal 4 meter.
  • g. De steiger dient 'onderloops' te zijn, hetgeen betekent, dat het water onder de steiger en het plankier vrije doorloop moet hebben.
  • h. De steiger wordt bij voorkeur aangelegd in combinatie met een natuurvriendelijke inrichting achter de steiger.