direct naar inhoud van 3.16 Ontwikkelingsperspectief in relatie tot bestemmingsplan
Plan: Stadsdeel Blerick
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009018SDBLERCK-VA01

3.16 Ontwikkelingsperspectief in relatie tot bestemmingsplan

3.16.1 Wonen

Voor het plangebied Stadsdeel Blerick geldt dat de woonfunctie in principe niet mag worden vervangen door een andere functie. Bij een gemengde functie wordt wonen op de begane grond niet voorgestaan en wonen op de verdiepingen gestimuleerd.

Binnen het stadsdeel Blerick is het beleid ten aanzien van het wonen gericht op de volgende doelstellingen:

  • een belangrijke doelstelling is het doorbreken van de homogene structuur van delen van de wijk door herdifferentiatie van het woningenbestand. Een en ander kan plaatsvinden door middel van sloop en nieuwbouw en herstructurering en beheer van de bestaande voorraad;
  • concentratie van het voorzieningenniveau. Binnen het stadsdeel is verdeeld over de buurten een redelijk aantal voorzieningen aanwezig;
  • het clusteren van gemeenschapsvoorzieningen centraal binnen de wijk;
  • een aantal bedrijven zou bij voorkeur verplaatst moeten worden teneinde de milieubelasting ten opzichte van het woongebied te verminderen. Medewerking van eigenaar is hier wel bepalend;
  • het verbeteren van de gebruiks- en belevingswaarde van de openbare ruimte. Ongewenste zaken en ontwikkelingen kunnnen worden verwijderd;
  • tegengaan van ontwikkelingen en activiteiten die overlast veroorzaken voor de woonbuurt dan wel de sociale veiligheid verminderen. Daarnaast zal ook hinder en overlast van horecaondernemingen of andere bedrijven worden tegegegaan. Het betreft hier in de meeste gevallen geluidsoverlast. Voor een deel zal de weg worden bewandeld van de politieverordeningen, deels zal de Wet Milieubeheer van belang zijn.

Bepaalde functies kunnen binnen de woning worden toegestaan. Het betreft praktijkruimten en aan huis gebonden bedrijven. Aan het toelaten van deze functies is de voorwaarde verbonden dat de overwegende woonfunctie van een woning in stand wordt gehouden.

Er is sprake van een sterke vergrijzing, omdat er zowel sprake is van fors toenemende aantallen senioren als van een steeds ouder wordende bestaande seniorenpopulatie. Daarnaast ontstaat er een toenemen vraag vanuit zorginstellingen naar ruimte voor spreiding en deconcentratie van huidige en toekomstige verzorgingsplaatsen, zowel van lichamelijk als van geestelijk gehandicapten. De aanwezigheid van een adequate zorg- en welzijnsinfrastructuur, goed verdeeld over de stad in zogenaamde woonzorgzones is een voorwaarde voor een goed aanbod.

3.16.2 Detailhandel

In de Detailhandelsnota wordt een aantal conclusies getrokken over perspectief en ontwikkelingsrichting. Deze zijn inmiddels enigszins aangepast, omdat het beleidsvoorstel om te komen tot een nieuwe locatie in Blerick-Zuid inmiddels is komen te vervallen. Op basis van de meest recente inzichten zijn in de onderstaande tabel alleen de binnenstad opgenomen en de voor het plangebied relevante winkelconcentraties.

Ten aanzien van de verschillende winkelconcentraties worden de volgende conclusies getrokken.

Stadsdeelcentrum Blerick

Het winkelhart Blerick verzorgt het hele stadsdeel en heeft een sterke functie in de niet-dagelijks en dagelijkse sector. Het centrum is voor een deel vernieuwd waarbij uitvoering van het centrumplan noodzakelijk is voor het behoud van de huidige positie van kwalitatief sterk stadsdeelcentrum. Op buurt- en wijkniveau is gekozen voor een consolidatie van het wijkcentrum Vastenavondkampstraat met een functie voor de omliggende wijk en Klingerberg.

Vastenavondkamp

Het centrum van Vastenavondkamp is het enige wijkwinkelcentrum van Venlo. Er zijn twee supermarkten gevestigd en een aantal aanvullende winkels. Het centrum is ruim van opzet. Bij een draagvlak van ca. 8000-9000 inwoners in de directe omgeving, inclusief Klingerberg blijft een positie als wijkwinkelcentrum te verantwoorden.

Wel moeten vooral de ruimtelijke knelpunten worden aangepakt. Er moet op een herontwikkeling van het centrum ingezet worden waarbij de inzet is:

  • het creëren van een meer compact centrum;
  • met een of twee supermarkten als trekker;
  • aangevuld met voornamelijk dagelijkse artikel winkels en meer beperkt niet dagelijkse artikelen.

Klingerberg

Deze wijk telt ca. 4.000-4.500 inwoners. De verwachting is dat het draagvlak de komende jaren in het meest gunstige geval stabiliseert. Vanuit leefbaarheid heeft het centrum nog wel een functie voor de omliggende buurten, maar door het kleine consumentendraagvlak en de nabijheid van Vastenavondkampstraat is het toekomstperspectief voor het centrum niet optimaal. Het streven is gericht op het op lange termijn in stand houden van Vastenavondkampstraat en Klingelberg.

Vossener, Sint Annakamp en Hazenkamp

De winkelfunctie in deze drie winkelstrips staat al jaren onder druk. Dit is in de uitstraling van deze drie gebieden ook nadrukkelijk zichtbaar en problemen uit de wijk komen hier samen (hangjongeren, vandalisme en andere vormen van overlast). Reden is de terugloop van de bevolking in de omliggende wijken, het ontbreken van een economisch perspectief door de kleine draagvlakken voor eigentijdse supermarkten en de aanwezigheid van een sterk winkelaanbod in de omgeving waaronder in het stadsdeelcentrum Blerick. Het draagvlak per buurt is te klein voor rendabele vormen van detailhandel.

Om toch op een goede wijze te voorzien in de dagelijkse behoeften op korte afstand en tegelijkertijd de leefbaarheid in de buurten te versterken wordt gekozen voor:

  • een lichte versterking van het huidige centrum in Vossener met een nieuwe full-service supermarkt. Tevens is een MFC met gymzaal gerealiseerd.
  • stabilisatie in het centrum Sint Annakamp, echter geen schaalvergroting;
  • behoud van Hazenkamp als multifunctioneel gebied met ambachten, horeca, diensten en niet-dagelijkse goederenwinkels. De nu al beperkte rol voor de dagelijkse-goederensector zal met de realisatie van een buurtcentrum verder afnemen.

Overige winkels

Er wordt gestreefd naar een winkelconcentratie in het centrum en is erop gericht om verspreide winkels niet te laten groeien.

Vertaling in het bestemmingsplan

Ten aanzien van de detailhandel zal een bundelings- en concentratiebeleid worden gevoerd, waarbij een combinatie wordt nagestreefd met een aantal maatschappelijke voorzieningen. Teneinde dit beleid te kunnen effectueren is het van belang de buiten het aan te wijzen gebied gelegen detailhandels- en andere voorzieningen te prikkelen om tot verplaatsing over te gaan. In concreto betekent dit onder andere dat vestigings- en uitbreidings-mogelijkheden in concentratiegebieden ruimer van opzet dienen te zijn dan in het gebied daarbuiten. De bestaande detailhandelsvestingen worden overigens niet tot verplaatsing gedwongen. Zij worden in het plan positief bestemd en krijgen een beperkte mogelijkheid tot uitbreiden. Detailhandel zal alleen op de begane grond worden toegestaan.

3.16.3 Horeca

Vertaling in het bestemmingsplan

De aanwezigheid van horeca kan bedreigend zijn voor de woonomgeving. De met horeca vaak gepaard gaande geluidsoverlast kan de kwaliteit van het woon- en leefklimaat aantasten. Het algemene beleid is dan ook gericht op het terugdringen van de horecafuncties in gebieden met een overwegende woonfunctie. Nieuwvestiging wordt hier in beginsel niet toegestaan. Een uitzondering op het terugdringingsbeleid wordt gemaakt voor de bestemming "Gemengd". Daarbinnen wordt het toestaan van maximaal 2 horecavestigingen per concentratiegebied aanvaardbaar geacht. Uitdrukkelijk is bepaald dat daaronder niet zal worden begrepen een discotheek, dancing, automatenhal/speelhal dan wel een seksinrichting. Veeleer dient te worden gedacht aan een kleinschalig restaurant al dan niet in de vorm van fast food (friture, shoarmazaak of iets dergelijks) of een kleinschalige café/bar. Afwijkingen van het gegeven maximum aantal mogen blijven bestaan.

Voor de coffeeshops geldt een repressief beleid en wordt met het voorliggende bestemmingsplan uitgesloten.

3.16.4 Bedrijven en kantoren

Vertaling in het bestemmingsplan

De huidige en toekomstige functionele karakteristiek van het stadsdeel Blerick zal voornamelijk gericht zijn op het behoud en verbetering van de woonfunctie, kwalitatief opgewaardeerd met herstructurering van woningbouw aangevuld met een nieuw concentratiebeleid ten aanzien van winkel- en maatschappelijke voorzieningen. Bedrijvigheid gericht op productvervaardiging en andere bedrijfsmatige activiteiten van industriële aard worden in deze wijk minder passend geacht. Het beleid is erop gericht de in het plangebied voorkomende bedrijvigheid positief te bestemmen. Het gaat daarbij om bedrijven die vallen onder de milieucategorieën 1 en 2, zoals weergegeven in de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering uitgave 2009. Deze zullen worden opgenomen op een bij het bestemmingsplan te voegen Staat van Bedrijfsactiviteiten. Aangezien dergelijke bedrijvigheid in het algemeen in milieuhygiënische zin aanvaardbaar is in een rustige woonwijk kunnen bestaande bedrijven binnen de genoemde milieucategorieën tevens vrij uitwisselen met andere qua milieucategorie gelijksoortige bedrijven. Wel verdient het de voorkeur om vestiging van de hiervoor geschetste aard van bedrijvigheid elders in het plangebied in beginsel zoveel mogelijk te weren en de reeds bestaande bedrijvigheid waar mogelijk terug te dringen.

Bedrijven welke gerangschikt zijn in de milieucategorieën 3 of hoger, krijgen een gerichte bestemming. Deze bedrijven zijn in de regel moeilijker inpasbaar in een woonomgeving. Uitwisseling van bedrijven wordt alleen aanvaardbaar geacht voor zover het een identieke bedrijfsvoering zou betreffen als dat van het scheidende bedrijf dan wel wanneer het een bedrijfsvestiging in een lagere milieucategorie zou betreffen. Omwille van de benodigde flexibiliteit ten aanzien van de op te nemen Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) is in het plan een ontheffingsmogelijkheid opgenomen. Deze geldt voor bedrijven welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen, maar vallen onder milieucategorie 2 of lager of bedrijven die daarmee kunnen worden gelijkgesteld en die niet voorkomen in de SvB.

Voor kantoren ligt in Venlo de nadruk in de komende jaren op de ontwikkeling van Venlo-Centrum-Zuid. In het onderhavige bestemmingsplangebied kunnen de bestaande kantoorvestigingen vanzelfsprekend gehandhaafd blijven. Nieuwvestiging wordt slechts toegestaan in het gebied waarin de voorzieningen worden geconcentreerd. Qua oppervlakte betreft het kleine kantoren.