direct naar inhoud van Artikel 10 Groen
Plan: Kern Belfeld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009014-VA01

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. plantsoenen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. parken;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud van cultuurhistorische waarden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur': tevens behoud en verbetering van de Ecologische Hoofdstructuur;

met daaraan ondergeschikt:

  • h. verhardingen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. hondenuitlaatplaatsen;
  • k. kunstwerken;

met de daarbij behorende:

  • l. voorzieningen van algemeen nut;
  • m. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd, alsmede bijgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel in geval van een grotere bestaande bouwhoogte, de bestaande bouwhoogte;
  • c. de oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer dan 15 m2 per voorziening bedragen.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • b. overkappingen zijn niet toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde sub a mag de hoogte van lichtmasten niet meer dan 12 m bedragen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede milieusituatie;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter bevordering van de zelfredzaamheid van personen die in de nabijheid van risicobronnen verblijven;
  • g. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • h. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval verstaan, het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. parkeren.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en paden;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen;
  • f. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • g. het vellen en rooien van houtgewas.
10.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
10.5.3 Toelaatbaarheid

De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van de gronden ontstaan of kunnen ontstaan.