direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Venlo-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009011-VA01

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg': een gezondheidscentrum;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'religie': religieuze doeleinden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': verenigingsleven, waaronder inbegrepen scouting;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'theater': een theater;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang': een kinderopvang;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal': een sporthal;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling': een zorginstelling;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs': onderwijsvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': een begraafplaats;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs uitgesloten': maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van onderwijsvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • l. wegen en paden;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • o. gebouwen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. een bijgebouw mag ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd, met een maximale bouwhoogte van 6 m, dan wel, in geval van een grotere bestaande bouwhoogte, de bestaande bouwhoogte.

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel mag worden gerealiseerd, de oppervlakte niet meer dan 30 m2 mag bedragen en deze achter de naar de weg gekeerde gevel wordt opgericht;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub c mag de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 12 m bedragen.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede milieusituatie;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter bevordering van de zelfredzaamheid van personen die in de nabijheid van risicobronnen verblijven;
  • g. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • h. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Afwijkingsmogelijkheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.1 sub a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

  • a. de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;
  • b. de afstand tot de perceelsgrens niet minder dan 3 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in lid 12.2.1 sub c minder bedraagt dan 4 m, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.

12.4.2 Criteria

De in lid 12.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in elk geval verstaan het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. een ambachtelijk, industrieel, handels en/of horecabedrijf;
  • b. prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • c. coffeeshops.