Venlo Trade Port
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0983.BPL2009006-VA01 |
Artikel 12 Horeca
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
horeca in de categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2;
waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
terrassen;
groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Een gebouw mag uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd.
Het bebouwingspercentage van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’.
De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen en dat terrasafscheidingen niet meer dan 1,5 m bedragen.
Overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
In afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 12 m bedragen.
12.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
ter waarborging van een goede milieusituatie;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.
Het bevoegd gezag kan in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:
het uitvoeren van de gebouwen met preventief lekwerende middelen om deuren/ramen, ventilatiekanalen en schoorsteenkanalen zoveel mogelijk lekdicht te kunnen afsluiten;
het voorzien van de gebouwen met brandwerende gevels en ramen;
het aanbrengen van de beglazing aan gebouwen, zodanig uitgevoerd dat scherfwerking wordt voorkomen;
de situering van de (nood)uitgangen van gebouwen;
het aanbrengen van gevelornamenten aan gebouwen;
het binnen een gebouw situeren van minder zelfredzame personen;
het creëren van vluchtwegen;
centrale ventilatie;
alarmeringssystemen.
12.4 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.2.1 onder a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak per bouwperceel;
de afstand tot de perceelsgrens niet minder dan 3 m bedraagt;
de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt, met dien verstande dat indien de maximale bouwhoogte van gebouwen gelegen op hetzelfde bouwperceel als bedoeld in 12.2.1 onder c minder bedraagt dan 4 m, de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan deze hoogte.