direct naar inhoud van Artikel 13 Waarde - Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Kazernekwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201225AANPKAZKW-VA03

Artikel 13 Waarde - Archeologie en cultuurhistorie

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologie en cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische en cultuurhistorische waarden.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen
  • a. Ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie en cultuurhistorie' dient voor bouwwerken bij de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport te worden overlegd waarin de archeologische en cultuurhistorische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld:
    • 1. in geval van nieuwbouw dieper dan 20 centimeter en 17.40 boven NAP;
    • 2. in geval van uitbreiding, met een uitbreiding dieper dan 20 centimeter en 17.40 boven NAP;
  • b. Indien uit het onder a bedoelde rapport blijkt dat de archeologische en cultuurhistorische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische en cultuurhistorische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
  • c. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub a indien de archeologische en cultuurhistorische waarden van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Verbod

Het is verboden op of in deze gronden met de bestemming 'Waarde – Archeologie en cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginningen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven, of ophogen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 20 centimeter ten opzichte van het maaiveld en 17.40 boven NAP, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van drainage en ontginnen;
  • d. het uitvoeren van munitie-onderzoek;
  • e. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;
  • g. het vellen, rooien of anderszins aantasten van waardevolle groenelementen en/ of erfaanleg;
  • h. het geheel of gedeeltelijk wijzigen, aantasten, vernietigen van waardevolle cultuurhistorische elementen.

13.3.2 Toepassing

Het verbod als bedoeld 13.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.
  • d. betrekking hebben op gronden minder diep dan 20 centimeter en 17.40 boven NAP, tenzij deze gronden zijn aangeduid als archeologische en/of cultuurhistorische waarden;
  • e. archeologisch onderzoek betreffen.

13.3.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.3.1 zijn slechts toelaatbaar mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de in lid 13.1 genoemde doeleinden;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de gemeentelijk archeoloog van de gemeente Venlo.