10.2 Bouwvoorschriften
Op en in de tot recreatie bestemde gronden mogen uit-sluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht, die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
(algemeen)
-
a. ze uitsluitend mogen worden opgericht binnen het op de plankaart aangeduide bestemmingsvlak en binnen de als zodanig aangeduide contour om de kern Vijlen, met dien verstande dat in totaal niet meer dan 3.500 m² van het bestemmingsvlak bebouwd mag worden;
(recreatiewoningen)
-
b. de vloeroppervlakte per recreatiewoonverblijf niet meer mag bedragen dan 70 m²;
-
c. de goothoogte van een recreatiewoning niet meer dan 3 meter mag bedragen en de hoogte niet meer dan 6 meter;
-
d. de dakvorm uitgevoerd dient te worden als kap, waarbij de helling minstens 30° moet zijn;
(gebouwen t.b.v. recreatieve voorzieningen)
-
e. voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van recreatieve voorzieningen de volgende bepalingen gelden:
-
1. ze mogen uitsluitend worden opgericht binnen het op de plankaart aangeduide bestemmingsvlak;
-
2. het bebouwingsoppervlak mag niet meer bedragen dan 150 m²;
-
3. de goothoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen;
-
4. het verkoopvloeroppervlak voor detailhandel mag maximaal 100 m² bedragen.
(bouwwerken geen gebouwen zijnde)
-
f. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen gelden:
-
1. de hoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van:
-
a. erfafscheidingen, waarvan de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen;
-
b. vlaggenmasten, waarvan de hoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen;
-
2. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.