Plan: | Kern Vijlen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.09810000bpkernvijlen- |
In dit artikel wordt in hoofdlijnen beschreven op welke wijze met het plan de doeleinden die ingevolge de artikelen 4 tot en met 16 aan de daar bedoelde gronden zijn toegekend, worden nagestreefd.
Alle maatregelen ten aanzien van het gebruik van de gronden en van de bestaande en toekomstige bebouwing dienen primair gericht te zijn op het behoud en versterking van de functionele en ruimtelijke karakteristiek en kwaliteiten van gronden en gebouwde omgeving gelegen binnen het plangebied. De maatregelen ter versterking van de kwaliteiten worden onderstaand beschreven.
Uitgangspunten horecastructuur
Uitgangspunten dienstverlening, commerciële en niet-commerciële voorzieningen
Uitgangspunten wonen
Uitgangspunten groenstructuur
Uitgangspunten verkeer
Daar waar in de voorschriften sprake is van nieuwe ruimtelijke ingrepen welke middels een vrijstelling danwel wijziging gerealiseerd kunnen worden, is in de voorkomende gevallen opgenomen dat er geen sprake mag zijn van milieuhygiënische belemmeringen. Dit betekent dat voldaan dient te worden aan de op het moment van het verlenen van de vrijstelling, het wijzigen of het uitwerken van het plan, voor het initiatief geldende, milieueisen. Zo dient onder andere de bodem geschikt te zijn voor de beoogde bestemming, mag de gevelgeluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten de voorkeursgrenswaarde niet overschrijden (zie verder ook onder het kopje 'Wet geluidhinder'), dient aan de eisen van de Wet luchtkwaliteit voldaan te worden en dient onder andere te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem (zie ook onder het kopje 'Archeologie').
Het college is bevoegd tot het laten verrichten van andere of nadere (vervolg) onderzoeken.
Nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van de Wet geluidhinder mogen slechts worden opgericht indien voor de vaststelling van het bestemmingsplan uit een akoestisch onderzoek is gebleken dat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden of terzake door de gemeente vastgestelde hogere grenswaarden niet worden overschreden, dan wel indien de realisering van geluidsbeperkende voorzieningen, zo deze noodzakelijk zijn om overschrijding van de grenswaarden te voorkomen, in voldoende mate zijn verzekerd.
Wat betreft de bepalingen voor de horeca en prostitutie wordt, voorzover in dit bestemmingsplan hierover geen bepalingen zijn opgenomen, verwezen naar de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Voor zover in dit plan hierover geen bepalingen zijn opgenomen, wordt het bepaalde in de specifieke Milieuwetgeving en de Verkeerswetgeving in acht genomen.
De aanwezige cultuurhistorische kwaliteit van als zodanig aangewezen Rijksmonumenten wordt beschermd op grond van de Monumentenwet 1988. De gemeentelijke monumenten worden beschermd en aangewezen via de gemeentelijke monumentenverordening.
Ten aanzien van Rijks- en gemeentelijk monumenten dient het behoud en/of herstel van de cultuurhistorische waarde en het stedenbouwkundige beeld voorop te staan. Ook bij het bouwen van nieuwe gebouwen en het verbouwen van bestaande gebouwen dient rekening gehouden te worden met het behoud en/of herstel van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundige beeld van deze panden. Hierbij mag uitsluitend worden gebouwd indien en voor zover zulks nodig is ten behoeve van de inrichting van bestaande gebouwen voor de geldende doeleinden en/of het behoud en/of het herstel van de bestaande bebouwing.
Indien ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden dient voldaan te worden aan het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid dat in het kader van duurzaam waterbeheer is vastgesteld. In bepaalde gevallen dient in het kader van de in de Bro verankerde watertoets een positief wateradvies ten aanzien van het plan verkregen te worden.
Indien gebouwd wordt buiten de op de plankaart aangegeven begrenzing van de contour om de kern Vijlen, is het contourenbeleid zoals opgenomen in de op 24 juni 2005 door Provinciale Staten van Limburg vastgestelde POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg van toepassing.
Indien ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden dient aangesloten te worden bij de provinciale regeling 'Archeologie' zoals opgenomen in de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg, wat betekent dat archeologisch onderzoek nodig is binnen een straal van 50 meter rond bekende archeologische terreinen en vindplaatsen (zoals aangeduid op respectievelijk de Archeologische Monumentkaart Limburg en aangegeven in het archeologisch digitale systeem Archis) én in gebieden met een hoge of middelhoge archeologische trefkans volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden.
Plangebieden kleiner dan 2.500 m² zijn vrijgesteld van dit onderzoek, mits er geen archeologische vondsten in een straal/ zone van 50 meter om het plangebied zijn gedaan.
Paragraaf B Bepalingen met betrekking tot de afzonderlijke bestemmingen