Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Kern Vaals: wijzigingsplan Viergrenzenweg ong.
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0981.WPVaaViergr20A-va01

Artikel 3 Wonen

 
3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-        wonen;
-        aan huis gebonden beroepen;
-        tuinen, erven en verhardingen;
-        groenvoorzieningen;
-        parkeervoorzieningen;
-        nutsvoorzieningen;
-        waterhuishoudkundige voorzieningen.


3.2 Bouwregels
 
Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht die qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:

3.2.1 Algemeen
a. in het plangebied geen gestapelde woningen mogen worden gebouwd;
b. in het plangebied maximaal één woning mag worden gebouwd;
c. aan huis gebonden beroepen zijn toegestaan in zowel de woning als in de bijgebouwen, met dien verstande dat de totale gebruiksoppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m²;
d. aan huis gebonden bedrijvigheid enkel is toegestaan middels ontheffing;
e. binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering' niet mag worden gebouwd.
3.2.2 Woningen
a.  woningen uitsluitend mogen worden opgericht binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak;
b.  één gevel wordt geplaatst in dan wel tot maximaal 4,00 meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens;
c.  de breedte van de woning ten minste 6,00 meter dient te bedragen;
d. de maximale goothoogte niet meer mag bedragen dan de op de verbeelding met de maatvoeringsaanduiding
    ‘maximale goothoogte’ aangegeven hoogte;
e. de inhoud van een woning ten minste 250 m³ dient te bedragen;
f.  de diepte van de woning maximaal 12,00 meter mag bedragen, met uitzondering die percelen waarvan de afstand
    tussen de voorste bouwgrens en de achterperceelsgrens ten minste 25,00 meter bedraagt, in welk geval de diepte
    15,00 meter mag bedragen;
g. de woning over een oppervlakte van ten minste 70% met een kap wordt afgedekt, waarvan de dakhelling minimaal 20
    en maximaal 45 graden bedraagt.
h. de zijgevel tenminste 2,50 meter uit de zijdelingse bouwperceelgrens dient te worden geplaatst.
3.2.3 Bijgebouwen
a. de voorgevel wordt geplaatst in of achter de bouwgrens, tenzij het een garage betreft in welk geval ook voor de
    bouwgrens mag worden gebouwd, mits de afstand van de garage tot de openbare weg niet minder dan 5,00 meter
    bedraagt;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 70 m², met dien verstande dat de totale
    bebouwde oppervlakte per bouwperceel niet meer bedraagt dan 50%;
c. de goothoogte maximaal 3,00 meter mag bedragen
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. deze dienen te worden geplaatst in het bouwvlak, met uitzonderling van erfafscheidingen en vlaggenmasten, die ook buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, met dien verstande dat het gestelde onder b. in acht wordt genomen;
b. de hoogte niet meer dan 3,00 meter mag bedragen, met uitzondering van:
    - erfafscheidingen, waarvan de hoogte achter de voorgevelrooilijn niet meer dan 2,00 meter en voor de voorgevelrooilijn
      niet meer dan 1,00 meter mag bedragen;
    - vlaggenmasten, waarvan de hoogte niet meer dan 5,00 meter mag bedragen. 
c. deze voor het overige naar aard en afmetingen bij de bestemming dienen te passen.

3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, nadat de procedure genoemd in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd, ontheffing verlenen van het bepaalde:
a. in 3.2.2. onder a. en 3.2.3 onder a. voor het uitbreiden van de woning dan wel voor het bouwen van een aangebouwd bijgebouw per woning vóór de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits:
- de naar de weg gekeerde bouwgrens met niet meer dan 3,00 meter wordt overschreden, tenzij het een
  carport betreft in welk geval de overschrijding 5,00 meter mag bedragen;
- over tenminste 40% van de breedte van de voorgevel van de woning niet wordt aangebouwd;
- de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,00 meter;
- de oppervlakte niet meer bedraagt dan 6 m², tenzij het een carport betreft in welk geval de oppervlakte
  15 m² mag bedragen;
- het verkeersbelang niet wordt aangetast;
- door deze ontheffing bestaande gebouwen op aangrenzende bouwpercelen niet worden beperkt in hun
  gebruiksmogelijkheden dan wel bereikbaarheid en er geen onevenredige aantasting te verwachten is van
  de kwaliteit van het woonmilieu.
b. in 3.2.2 onder g. voor een andere afdekking/dakhelling mits het stedenbouwkundig beeld, gehoord de welstandscommissie, niet onevenredig wordt aangetast.
 
c. in 3.2.3 onder b. voor een grotere oppervlakte ten behoeve van het bouwen van praktijkruimten en kantoren voor beoefenaars van aan huis gebonden beroepen, met dien verstande dat:
- de toegevoegde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 55 m² per woning;
- de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3,50 meter;
- deze praktijkruimten naar aard en functie toelaatbaar zijn in een woonomgeving en wonen ter plaatse de
  hoofdfunctie zal blijven;
- de zijgevel wordt geplaatst op de zijdelingse perceelsgrens of tenminste 2,00 meter daaruit;
- gezorgd dient te worden voor voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- indien ten gevolge van deze ontheffing een onevenredige aantasting van het woonmilieu wordt verwacht,
  geen ontheffing wordt verleend;
- ten minste 50% van het bouwperceel onbebouwd dient te blijven.
d. in 3.2.3 onder c. voor een goothoogte gelijk aan de goothoogte van de woning, mits:
- het een aangebouwd bijgebouw betreft;
- het uitsluitend de goothoogte betreft van de gevel, welke tegen de woning wordt gebouwd.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning.

3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen, nadat de procedure genoemd in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is gevolgd, ontheffing verlenen van het bepaalde:
a. in 3.2.1 onder d. voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijvigheid, welke voorkomt in de categorieën 1 en 2, zoals deze zijn aangegeven in de tot deze regels behorende Bedrijvenstaat (bijlage) alsmede voor de uitoefening van bedrijvigheid, welke niet genoemd wordt in de Bedrijvenstaat, maar qua aard en omvang gelijk te stellen is met de bedrijvigheid als bedoeld in de categorieën 1 en 2, met dien verstande dat:
- geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de buurt en de betreffende woning;
- indien ten gevolge van deze ontheffing een onevenredige aantasting van het woonmilieu wordt verwacht,
  geen ontheffing wordt verleend;
- het geen zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft dat de woonomgeving onevenredig wordt
  belast en als gevolg waarvan 
- extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeerplaatsen, noodzakelijk worden geacht, tenzij op
  eigen terrein gezorgd kan worden voor voldoende parkeervoorzieningen;
- het geen detailhandel, seksinrichting of horecabedrijf betreft;
- de oppervlakte van de gebouwen die voor de bedrijfsuitoefening wordt gebruikt, niet meer mag bedragen
  dan 35 m²
b. in 3.1, voor de uitoefening van bed and breakfastactiviteiten, met dien verstande dat
- geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de buurt en het wonen ter plaatse de hoofdfunctie
  zal blijven;
- indien ten gevolge van deze ontheffing een onevenredige aantasting van het woonmilieu wordt verwacht,
  geen ontheffing wordt verleend;
- gezorgd dient te worden voor voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein, dan wel hierin voorzien
  kan worden op nabijgelegen gronden;
- het verkeersbelang niet wordt aangetast.