Plan: | 2e wijziging bp Kernen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0962.BPL2ewijzBPKernen-VA01 |
Op het plan zijn de begrippen behorende bij het moederplan, zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant, van toepassing.
het bestemmingsplan 'Kernen' met identificatienummer 'NL.IMRO.0962.BP11002-VA01', aldus vastgesteld door de gemeente Schinnen d.d. 14 maart 2013.
het bestemmingsplan '2e wijziging bp Kernen' met identificatienummer NL.IMRO.0962.BPL2ewijzBPKernen-VA01 van de gemeente Schinnen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
De begripsomschrijving van het begrip bedrijfswoning wordt als volgt gewijzigd:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor één huishouden waarvan de huisvesting gerelateerd is aan de bedrijfsvoering ter plaatse, gelet op de bestemming van het gebouw en/of terrein.
De begripsomschrijving van het begrip levensloopbestendige woning wordt toegevoegd:
een woning welke geschikt is voor bewoning in alle levensfasen, dus welke ook rolstoeltoegankelijk is voor mensen met een lichamelijke beperking, waarbij alle primaire leefruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer met toilet) zich op de begane grond moeten bevinden en waarbij deze leefruimten zowel inpandig als vanuit het aansluitende terrein drempelvrij toegankelijk zijn.
De gripsomschrijving van het begrip jongerenontmoetingsplek (JOP) wordt toegevoegd:
een openbare voorziening waar jongeren bij elkaar kunnen komen of elkaar kunnen ontmoeten, met een zitgelegenheid en beschutting tegen regen en wind.
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het moederplan zoals genoemd in 1.1., waarbij de wijze van meten van de goothoogte van een bouwwerk als volgt wordt gewijzigd:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, waarbij voor een lessenaarsdak de lage zijde van het dak wordt aangemerkt als de goothoogte.
Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 6.5.1 onder f voor het toestaan van horeca, buurt- en clubhuis of ontmoetingspunt en verenigingsactiviteiten, met dien verstande dat:
Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met in achtneming van de volgende wijzigingen:
25.2.5 levensloopbestendige woningen
Voor het bouwen van woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - levensloopbestendige woningen' gelden de volgende regels:
a. de toegang van de openbare ruimte tot aan de leefverdieping moet een obstakelvrije en begaanbaar toegangspad hebben met een minimale breedte van 1,00 m;
b. het toegangspad mag een hellingbaan bevatten met een maximale stijging van 1:20;
c. de leefverdiepingmoet vanf het aansluitend terrein drempelvrij toegankelijk zijn;
d. de elementaire ruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer met toilet) moet op de leefverdieping aanwezig zijn;
e. de elementaire ruimten op de leefverdieping moeten rolstoeltoegankelijk zijn;
f. de elementaire ruimten moeten ingericht worden op rolstoelgebruik;
g. de elementaire ruimten moeten inpandig drempelvrij toegankelijk zijn;
h. de deuropeningen op de leefverdieping moeten een minimale breedte hebben van 0,90 m.
Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Verder zijn op het plan zijn de algemene regels behorende bij het moederplan, zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant, van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan '2e wijziging bp Kernen'.