19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
19.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd:
-
a. met het oog op extensief recreatief medegebruik zoals kleinschalige picknickplaatsen, rustpunten, zitbanken, afvalbakken en borden, daar waar dit, gelet op de ter plekke aanwezige landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden acceptabel is;
-
b. met het oog op natuurbeheer zoals een wildhut, observatiepost, hoogzit, voederberging of voerderruif
-
c. zijnde erfafscheidingen.
19.2.3 Overige regels
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 5,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 1,50 meter mag bedragen.
19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.7.1 Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een verleende omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
-
e. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning;
-
f. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen;
-
g. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen;
-
h. het scheuren van grasland;
-
i. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden.
19.7.2 Uitzonderingen
Het bepaalde in artikel 19.7.1 is niet van toepassing op:
-
a. normale onderhoudswerkzaamheden;
-
b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
-
c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning/ontheffing mogen worden uitgevoerd.
19.7.3 Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 19.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.