Plan: | Bestemmingsplan Lus van Linne |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01 |
In de 19e eeuw had de Maas bij Linne nog vrij spel. De rivierdynamiek verlegde haar loop tot een scherpe meander rond het kasteel Osen. In de binnenbocht werden grindbanken gevormd, terwijl de buitenbocht steeds verder uitgesneden werd. Intussen zou de Maas de Lus hebben kortgesloten als de rivier niet was vastgelegd met onder andere de aanleg van het sluiscomplex Linne.
Vrijwel het gehele gebied werd in de vorige eeuw vergraven voor de winning van een grote maat grind, bedoeld voor de aanleg en het onderhoud van het ballastbed van de spoorwegen. In de loop der jaren zijn vier winplaatsen ontgraven, die onderling gescheiden bleven door dammen.
Deze grindwinningen bleven relatief ondiep en de voor de spoorwegen onbruikbare kleinere korrelgrootten zijn voor een deel in het gebied achtergebleven. Deze rest volumes bieden thans de mogelijkheid om de eindinrichting te kunnen voltooien en de haalbaarheid van het plan financieel te ondersteunen.
Na beëindiging van de laatste grindwinning begin jaren '80 is de inrichting van de Lus van Linne nooit op een samenhangende manier afgerond. Onder meer de grondeigendomsituatie heeft dit gebied als 'vergeten' doen laten liggen.
De kop van de uiterwaard is in agrarisch gebruik. Dit gebied is ontstaan door opvulling van het eerste grindgat met een meters dikke laag dekgrond, waarschijnlijk uit de latere winningen.
Langs de zuidrand van de Lus ligt de 'Spoorplas'. Deze relatief ondiepe put kenmerkt zich door een wilgenbos rond de oever en een spontaan ontwikkelde oeverwal die is afgezet bij het hoogwater van januari 1995 en zich sindsdien heeft ontwikkeld tot een bijzonder natuurterrein. Op dit terrein is te zien welke bijzondere natuurwaarden ter plaatse mogelijk zijn na beëindiging van intensieve landbouw en het scheppen van ruimte voor rivierdynamiek.
Direct stroomopwaarts van de Lus van Linne zijn in de eerste helft van de 20e eeuw de stuw Linne en het sluiscomplex Linne aangelegd. Voor de scheepvaart is de 6 kilometer lange meanderboog daarmee afgesneden. Later is daar het Lateraalkanaal naast gelegd. De Maas stroomt als onbevaren rivier door de meanderbocht. Bij hoogwaters bouwt zich een verhang van 1 à 1,5 meter peilverschil tussen het begin en het einde van de Lus op. De dammen tussen de grindplassen spelen daarbij een belangrijke stroomgeleidende rol.
Het gebied biedt daardoor bijzondere potenties voor rivierverruiming. Deze potenties zijn ook onderkend in de Integrale Verkenning Maas (IVM2). Rijkswaterstaat schetst in dit gebied een drietal opties om op de langere termijn de hoogwaterstanden te verlagen als de Maasafvoer door de klimaatwijzigingen verder toeneemt.
Binnen het herinrichtingsgebied worden diverse (veld)namen gehanteerd, zoals deze in navolgende figuur zijn weergegeven.
Het eigenlijke herinrichtingsgebied c.q. plangebied van het MER omvat circa 180 ha. Daarvan bestaat de helft (circa 90 ha) uit de diepe grindplassen: Gerelingsplas, Spoorplas en Osenplas. Het overige deel bestaat voornamelijk uit pachtvrij agrarisch land met een aantal landbouwwegen (circa 60 ha), enkele spontaan ontwikkelde natuurstroken, waaronder zachthoutooibos (circa 10 ha, Peupelensteen) en
's zomers verdrogende grindgraslanden (circa 20 ha, Koeweide).
Het zomerbed van de Maas rondom het herinrichtingsgebied (circa 55 ha) en de strook agrarische grond langs Sluis Linne (circa 10 ha) vormen met herinrichtingsgebied tezamen het bestemmingsplangebied van circa 245 ha.
Binnen het herinrichtingsgebied komen momenteel nog maar twee grondeigenaren voor: de Stichting het Limburgs Landschap (kleiner gedeelte) en Ballast Nedam Grondstoffen (grootste gedeelte). Binnen het bestemmingsplangebied is de Staat de derde grondeigenaar (van de Maas en ook de strook grond langs Sluis Linne).
Landschap
Door de winning van spoorgrind over het gehele plangebied en de bouw van de Sluis Linne zijn vrijwel alle historische landschapselementen verdwenen. Met het huidige statische gemengde gebruik voor landbouw, natuur, en wateroppervlakten bestaat in de Lus van Linne slechts weinig samenhang en variatie in landschap.
Het water, en de openheid die hiermee samenhangt zijn kenmerkend voor het plangebied. Dit geldt ook voor de landschapswaarden die samenhangen met het water en de oevers. Het plangebied wordt ingeklemd door de Maas. Er is geen bebouwing aanwezig. De smalle kaden tussen de plassen zijn begroeid met hoge bomenrijen.