Plan: | Bestemmingsplan Lus van Linne |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01 |
De Lus van Linne is de grootste meander in de Maas, gelegen ten zuiden van Roermond. De meanderbocht omsluit een ruim 200 hectare grote uiterwaard, waarin een aantal voormalige grindwinningsplassen ligt. De plassen worden omgeven door agrarische terreinen. Op een deel van de oevers van de Maas en de plassen heeft zich natuur ontwikkeld.
De Lus van Linne is aangewezen als kerngebied in de Ecologische Hoofdstructuur. Door de versterking van de invloed van de rivier en het omschakelen naar natuurlijk beheer zal de natuurkwaliteit fors vergroot moeten worden.
De ambitie van het plan is de ontwikkeling van een robuust kerngebied in de Ecologische Hoofdstructuur, met een meerwaarde die uitstraalt naar het gehele Maasplassengebied en bijdraagt aan de hoogwaterbescherming langs de Maas.
Uitgangspunt van het plan is een private realisatie van nieuwe multifunctionele natuur en extra rivierwaterberging door een en ander te combineren met een uitgekiende benutting/winning van in het verleden slechts gedeeltelijk uitgenutte delfstoffen (zand, grind) in het gebied. Om de natuur- en waterdoelen te bereiken is een herinrichting van het gebied noodzakelijk.
Ballast Nedam Grondstoffen B.V., tevens eigenaar van het grootste gedeelte van het gebied, heeft het initiatief genomen deze natuurgerichte en rivierverruimende herinrichting van het gebied (versneld) te realiseren. Daarbij wordt die herinrichting uitgevoerd in combinatie met tijdelijke (delfstoffen)winning van een deel van het zand en grind dat in de voormalige grindwinningsplassen en de huidige dammen aanwezig is, en waarvan de winning uitvoerbaar en aanvaardbaar is in relatie tot de natuurontwikkeling en de hoogwaterbescherming.
Een eerste schets voor de herinrichting van de Lus van Linne is in 2005 gepresenteerd en besproken met diverse partijen. Uit deze verkenning kwam een aantal kansen en knelpunten in beeld, op basis waarvan in 2007 een tweede schetsontwerp is opgesteld. Dit tweede plan is op basis van verkennende rivierkundige berekeningen aangepast tot een, volgens de initiatiefnemer, meest wenselijk 'basisplan'.
Met de overige particuliere grondeigenaren, de Stichting het Limburg Landschap, Rijkswaterstaat en Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg -waarin de provincie Limburg en gemeenten, waaronder de gemeente Roermond, samenwerken- zijn besprekingen gevoerd over het initiatief en het basisplan.
Al deze partijen zien mogelijkheden om de beoogde nieuwe natuur in de Lus van Linne, binnen 10-15 jaren (en voor gedeelten al veel sneller) te realiseren.
De gezamenlijk voorgestane ontwikkeling van het gebied is echter grotendeels niet meer overeenkomstig het ter plaatse (nog) geldende 'Bestemmingsplan Buitengebied Maas en Maasplassen' uit 2007.
Om die reden is een herziening van het vigerende bestemmingsplan, in de vorm van een nieuw bestemmingsplan zoals hier voorligt onder de naam 'Bestemmingsplan Lus van Linne', opgesteld.
In het kader van de ontwikkeling van het plangebied en opstelling van het nieuwe bestemmingsplan daarvoor, moet tevens de wettelijke procedure van een milieueffectrapportage (m.e.r.-procedure) doorlopen te worden in combinatie met en afgestemd op het bestemmingsplantraject.
De nu voorgestane herinrichting en -ontwikkeling van het plangebied onder de project-/werknaam 'Nieuw leven in de Lus van Linne' is nader beschreven in het gelijknamige MER d.d. november 2010. Daarin zijn verschillende (nieuwe) combinaties van water, natuur en vaarweg, met eventuele toevoeging van (specifieke) recreatie nader onderzocht en met elkaar vergeleken wat betreft uiteenlopende effecten op het milieu. Naast de uitgangssituatie is daarin een negental varianten/alternatieven met elkaar vergeleken, daaruit is het voorkeursalternatief (VKA) naar voren gekomen. Op dat VKA is voorliggend bestemmingsplan gebaseerd. Overigens zijn de benamingen 'plan-MER' en 'besluit-MER' met de wijziging van de Wet Milieubeheer van 1 juli 2010 vervallen. Derhalve wordt in voorliggend document gesproken over het 'MER'.