direct naar inhoud van Artikel 9 Groen - landgoed
Plan: Noordelijke en Oostelijke Stadsrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000143-VG01

Artikel 9 Groen - landgoed

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. grondgebonden agrarisch gebruik;
  • d. bescherming, herstel en ontwikkeling van archeologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  • e. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Met daarbij behorende:

  • f. verkeersvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. kleinschalige evenementen.
9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de als 'Groen - landgoed' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder lid 9.1 genoemde functies worden gebouwd.

9.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gebouwd;
  • b. nieuwbouw van gebouwen en/of toevoegen van nieuwe woningen is niet toegestaan behoudens herbouw en het bepaalde onder lid 9.2.1.c, waarbij de bouwregels zoals opgenomen in dit artikel van toepassing zijn;
  • c. ten behoeve van de uitbreiding van hoofdgebouwen mag worden gebouwd, mits door de uitbreiding het bestaand bebouwd oppervlak van het hoofdgebouw ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpplan met niet meer dan 15% wordt vergroot;
  • d. de maximale bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' weergegeven maat.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m, met uitzondering van erfafscheidingen, waarbij de hoogte van de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedraagt en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 m. In afwijking hiervan mag bij hoekpercelen de hoogte van de erfafscheiding aan één wegzijnde voor de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen, mits deze ten minste 1 m achter de perceelsgrens wordt geplaatst.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 9.2.2 voor het plaatsen van erfafscheidingen op de perceelsgrens bij hoekpercelen, onder de voorwaarden dat de erfafscheiding:

  • a. het vrije uitzicht van het wegverkeer niet mag belemmeren en voor het wegverkeer ook niet anderszins hinder of gevaar mag opleveren;
  • b. geen fundamentele inbreuk op de groene dan wel open structuur pleegt.