Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige, brandbare en explosieve stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen stellen aan:
- de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
- de inrichting van terreinen;
- de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) en de hoogte van gebouwen;
- de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.