direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Kern Swalmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000129-VG01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarisch gebruik;

met daarbij behorend(e):

  • b. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • c. volkstuinen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • d. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige, archeologische en ecologische waarden;
  • e. paden en landwegen;
  • f. bestaande perceelsontsluitingen;
  • g. (ondergrondse) infiltratie- en bergingsvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen.


3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen geen gebouwen gebouwd worden.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van agrarisch gebruik en extensief dagrecreatief gebruik mag maximaal 1,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,00 bedragen.


3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Schuilgelegenheden

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 ten behoeve van het oprichten van schuilgelegenheden voor het houden van dieren, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. per aaneengesloten 2 hectare mag één schuilgelegenheid worden opgericht;
  • b. het bebouwingsoppervlak van de schuilgelegenheid bedraagt ten hoogste 30 m²;
  • c. de oppervlakte van het perceel waar de schuilgelegenheid wordt gerealiseerd bedraagt ten minste 2.500 m²;
  • d. de goothoogte van de schuilgelegenheid bedraagt ten hoogste 2,00 m;
  • e. de bouwhoogte van de schuilgelegenheid bedraagt ten hoogste 3,00 m;
  • f. de schuilgelegenheid binnen 5,00 m van de perceelsgrens wordt opgericht;
  • g. aangetoond is dat ter plaatse van de (agrarische) bouwkavel van aanvrager geen ruimte is voor het oprichten van een schuilgelegenheid, dan wel dat de betreffende gronden niet grenzen aan de (agrarische) bouwkavel van aanvrager;
  • h. aangetoond is dat geen sprake is van een onevenredige aantasting van de omliggende waarden en
  • i. functies, hetgeen onder andere betekent dat de schuilgelegenheid in het landschap dient te passen.


3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor paardenbakken, behoudens daar waar op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan reeds een paardenbak aanwezig is;
  • b. het plaatsen en gebruiken van kampeermiddelen;
  • c. het gebruik van gronden als buitenopslag.


3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
3.5.1 Verbod

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het aanleggen van wegen of andere verhardingen;
  • b. het ontginnen, afgraven, ontgronden, egaliseren en ophogen van gronden;
  • c. het aanbrengen van houtopstanden;
  • d. vellen, rooien of beschadigen van bomen, heggen en overige houtgewassen;
  • e. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

3.5.2 Uitzonderingen

Het onder 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. vallen onder de kapvergunningplicht zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;
  • c. op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende vergunning mogen worden uitgevoerd.

3.5.3 Toelaatbaarheid

De onder 3.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden van de betreffende en omringende gronden.