Buitengebied Nuth

Status: Vastgesteld
Identificatie: NL.IMRO.0951.Buitengebied2013-VA03
Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Artikel 17 Water – Natuurlijke waarde

 

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water – Natuurlijke waarde’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de waternatuur (ecologie, flora en fauna) en de bijbehorende waternatuurlijke groeiplaats;

  2. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en hydrologische waarden;

  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, duurzaam bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/-buffering en infiltratievoorzieningen en voorzieningen voor waterkering en/of waterzuivering;

  4. (onverharde) paden, kavelpaden, wegen en parkeervoorzieningen;

  5. groenvoorzieningen en erfbeplantingen;

  6. extensief recreatief medegebruik.

 

17.2 Bouwregels

Op of in deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

 

17.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens:

  1. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van water- en natuurbeheer, mits:

  1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m;

  2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m² en de inhoud 70 m3;

  1. Eenvoudige voorzieningen voor dagrecreatief medegebruik, zoals informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits geen onevenredige schade wordt aangericht aan de aanwezige waarden en de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

 

17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 17.2.1 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

  1. Het bouwen moet ten dienste zijn van de bestemming.

  2. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 7,5 m.

  3. De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.

 

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

17.4.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  1. Het verzetten van grond (verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren) van de bodem van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 0,4 m onder maaiveld.

  2. Het leggen van leidingen op een diepte van meer dan 0,6 m;

  3. Het diepploegen en -woelen van de bodem op een diepte van meer dan 0,4 m;

  4. Het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem.

  5. Het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels.

  6. Het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.

  7. Het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden.

  8. Het verwijderen van landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren.

  9. Het beplanten van gronden met bos, hoger dan 2,5 m, opgaand houtgewas in verband met boomteelt of houtteelt.

  10. Het aanleggen van landschapselementen.

  11. Het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 100 m².

 

17.4.2 Uitzonderingen

Het in 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  1. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.

  2. Krachtens een verleende vergunning reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

 

17.4.3 Toelaatbaarheid

  1. De in 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, de natuurlijke groeiplaats, de landschappelijke waarden, natuurwaarden en/of de hydrologische waarden en de hydrologische betekenis van de gronden.

  2. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij het Waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische waarden en de hydrologische betekenis.