Buitengebied Nuth
Status: | Vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0951.Buitengebied2013-VA03 |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Artikel 13 Sport
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
de bedrijfsmatige exploitatie van sportvoorzieningen, zoals nader aangeduid in de 'Tabel Sportvoorzieningen', waarbij niet meer dan één voorziening aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
bedrijfswoningen uitsluitend voor zover mogelijk op grond van de 'Tabel sportvoorzieningen';
aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
bij de onder a genoemde voorzieningen behorende detailhandel en horeca als ondergeschikte activiteit;
speelvoorzieningen;
wegen en paden en parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
extensief recreatief medegebruik;
evenementen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen, algemeen
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Er mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de bestemming.
Er mag uitsluitend gebouwd worden binnen het bouwvlak.
Per bouwvlak zijn bouwwerken ten behoeve van één sportvoorziening toegestaan. Indien tussen bouwvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven, worden deze aangemerkt als één bouwvlak.
Herbouw of vervangende nieuwbouw is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’, met uitzondering van herbouw als gevolg van een calamiteit.
13.2.2 Bedrijfsgebouwen en rijhallen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,5 m of meer als dit staat aangegeven in de 'Tabel sportvoorzieningen';
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m of meer als dit staat aangegeven in de 'Tabel sportvoorzieningen';
Voor het bouwen van rijhallen gelden de volgende bepalingen:
De bouw van rijhallen is uitsluitend toegestaan bij maneges.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,5 m.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m.
13.2.3 Bedrijfswoning en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Een bedrijfswoning uitsluitend mogelijk is op grond van de 'Tabel sportvoorzieningen' waarbij het aangegeven aantal bedrijfswoningen niet mag worden overschreden.
De inhoud mag niet meer bedragen dan 800 m3.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
De afstand tot de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 20 m.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m.
De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m2.
13.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, waarbij de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
13.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,5 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
13.3 Specifieke gebruiksregels
13.3.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken:
ten behoeve van buitenopslag van goederen, anders dan in verband met het toegelaten gebruik;
ten behoeve van gebruik van de gronden voor (permanente) buitenopslag van goederen en opslag van brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslag van vuurwerk;
ten behoeve van gebruik van de opstallen voor detailhandel;
ten behoeve van gebruik van de opstallen voor horeca.
13.3.2 Ondergeschikte detailhandel en horeca
Bij de bedrijfsmatige exploitatie van sportvoorzieningen overeenkomstig lid 13.1 onder a is de uitoefening van ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca toegestaan, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
De maximum oppervlakte aan ondergeschikte detailhandel mag niet meer bedragen dan 50 m2, tenzij anders is aangegeven in de ‘Tabel sportvoorzieningen.
De maximum oppervlakte aan ondergeschikte horeca mag niet meer bedragen dan 50 m2, tenzij anders is aangegeven in de ‘Tabel sportvoorzieningen.
13.3.3 Evenementen
Evenementen, waarbij kampeervoorzieningen zijn toegestaan, zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Evenementen zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische hoofdstructuur’ en ter plaatse van de aanduiding 'beekdal'.
Er mag per terrein per jaar één maal een evenement worden georganiseerd. Maneges 4 keer.
In afwijking van het bepaalde onder b mag bij een manege per jaar vier maal een evenement worden georganiseerd.
Het parkeren dient op eigen terrein geregeld te worden.
Het evenement moet voldoen aan het gemeentelijk beleid inzake evenementen, horeca en overlast (o.a. APV).
Er mag geen sprake zijn van aantasting van natuur- en landschapswaarden.
De duur van een evenement, inclusief op- en afbouwen mag niet meer dan 5 dagen bedragen.
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
13.4.1 Vergroten oppervlak ondergeschikte horeca en detailhandel
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 13.3.2 voor het toestaan van het gebruik van een grotere oppervlakte voor ondergeschikte horeca en/of detailhandel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De sportfunctie op het perceel als hoofdfunctie aanwezig en herkenbaar blijft.
De uitbreiding bedraagt niet meer dan +20% van de bestaande oppervlakte.
Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
13.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
13.5.1 Vergunningplicht
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ geheel of gedeeltelijk te slopen.
13.5.2 Uitzonderingen
Het bepaalde in 13.5.1 is niet van toepassing op:
Normale onderhoudswerkzaamheden;
sloopwerkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
sloopwerkzaamheden gericht op de instandhouding van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden;
sloopwerkzaamheden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
13.5.3 Toepassingscriteria
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 13.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
13.6 Wijzigingsbevoegdheden
13.6.1 Vormverandering bouwvlak
Het bevoegd gezag kan deze bestemming wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De vormverandering mag niet plaatsvinden binnen de gronden met de aanduiding ´ecologische hoofdstructuur´.
De totale oppervlakte van het bestemmingsvlak mag niet worden vergroot.
De wijziging nodig is voor vergroting, verbreding en/of beëindiging van het bedrijf.
Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen/vlakken.
Er is geen sprake van een onevenredige verkeersaantrekkende werking.
Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.
13.6.2 Vergroten bouwvlak
Het bevoegd gezag kan deze bestemming wijzigen ten behoeve van de vergroting van het bouwvlak, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De vergroting mag niet plaatsvinden binnen de gronden met de aanduiding ´ecologische hoofdstructuur´.
Vergroting van het bouwvlak is toegestaan met maximaal 25% tot maximaal de omvang van het bestemmingsvlak.
De wijziging nodig is voor vergroting, verbreding en/of beëindiging van het bedrijf.
Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen.
De in het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen/vlakken.
Er is geen sprake van een onevenredige verkeersaantrekkende werking.
Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
De ontwikkeling voldoet aan de eisen die zijn gesteld in het van toepassing zijnde Limburgs Kwaliteitsmenu. Indien de ontwikkeling op basis van het Kwaliteitsmenu dient bij te dragen aan een verbetering van de omgevingskwaliteit, wordt hiertoe een landschappelijk inrichtingsplan overlegd waarin de landschappelijke inpassing van de bebouwing en de andere te verrichten kwaliteitsverbeterende maatregelen zijn beschreven en waaromtrent advies is ingewonnen bij een onafhankelijke, objectieve commissie. De landschappelijke inpassing dient op basis van het inrichtingsplan te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden.
Bijlage: Tabel Sportvoorzieningen
Code |
Adres |
Soort sportvoorziening |
Maximum aantal bedrijfswoningen |
Bijzonderheden |
Specifieke vorm van sport-1 |
Zandbergweg ong. |
Schietvereniging met boom |
0 |
Schietboom 20 m. Maximale goothoogte 3 m. Maximale bouwhoogte 3 m. |
Specifieke vorm van sport -2
|
Blauwe Steen 11 |
Manege |
1 |
Maximale bouwhoogte 12 m. |
Specifieke vorm van sport -3 |
Hermanssteeg ong. |
Schietvereniging met boom |
0 |
Schietboom 20 m. Maximale goothoogte 3 m. Maximale bouwhoogte 3 m. |
Specifieke vorm van sport -4 |
Kaalstreek 10 |
Sporthal en tennishal |
1 |
Maximale bouwhoogte 12 m
|
Specifieke vorm van sport -5
|
Kersboomkensweg 66 en 67 |
Manege |
1 |
Maximale bouwhoogte 12 m. Ondergeschikte horeca tot maximaal 150 m2. Maximaal 3 recreatiewoningen, waarbij de oppervlaktes en de hoogtes niet meer mogen bedragen dan bestaand. |
Specifieke vorm van sport -6 |
Mesweg ong |
Voetbalvereniging |
0 |
Tribune aanwezig |
Specifieke vorm van sport -7 |
Swierderkerkweg ong. |
Tennisvereniging |
0 |
Verschillende hoogten door afwijkend peil. Geen tribunes. |
Specifieke vorm van sport -8 |
Swierderkerkweg ong. |
Voetbalvereniging |
0 |
Verschillende hoogten door afwijkend peil. Geen tribunes. |
Specifieke vorm van sport -9 |
Sportparklaan ong. |
Tennisvereniging |
0 |
|
Specifieke vorm van sport -10
|
Vaesrade 2 |
Manege |
1 |
Maximale bouwhoogte 12 m. |
Specifieke vorm van sport -11 |
Waterkuilsweg ong. |
Voetbalvereniging |
0 |
Tribune aanwezig |
Specifieke vorm van sport -12 |
Waterkuilsweg ong. |
Tennisvereniging |
0 |
|
Specifieke vorm van sport -13 |
Waterkuilsweg ong. |
Manegeterrein |
0 |
Maximale goothoogte 3 m. Maximale bouwhoogte 3 m. |