direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Plan: BP Kleine kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.BPkleinekernen-VA08

Artikel 15 Recreatie - Verblijfsrecreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dag- en verblijfsrecreatie;
  • b. maatschappelijke voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • c. horeca van ondergeschikte betekenis;
  • d. bedrijfswoningen;
  • e. duurzaam, bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;
  • f. en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op de tot 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde;
  • b. één bedrijfswoning per bouwperceel uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. bijgebouwen;
  • d. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geen gebouw zijnde, welke qua aard en afmeting bij deze bestemming passen.

15.2.2 Regels voor het bouwvlak
  • a. Gebouwen worden in het bouwvlak gebouwd.
  • b. De voorgevel wordt in of evenwijdig in de naar de weg gekeerde bouwgrens gebouwd.
  • c. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd.
  • d. De goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, bedraagt maximaal 4,50 m.
  • e. De bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, bedraagt maximaal 8,00 m.
  • f. De inhoud van een vakantiewoning bedraagt maximaal 100 m².
  • g. De inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 800 m³.
  • h. De bedrijfswoning voldoet voor het overige aan het bepaalde in artikel 18.2.

15.2.3 Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 29.3.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 m., nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.

15.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor:

  • a. het overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak zoals bepaald in artikel 31.11;
  • b. het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen zoals bepaald in artikel 31.12;
  • c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte zoals bepaald in artikel 31.13;
  • d. kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen zoals bepaald in artikel 31.18;

Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 33.1 gevolgd.

15.5 Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:

  • a. dag- en verblijfsrecreatie;
  • b. tuin en/of groenvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.

15.5.2 Gebruik van de opstallen

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van de opstallen voor:

  • a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • b. detailhandel en groothandel;
  • c. horeca, anders dan ondergeschikt en voortvloeiend uit het toegestane gebruik en uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  • d. wonen;
  • e. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk.
15.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het oprichten van kleinschalige kampeervoorzieningen zoals bepaald in artikel 31.7. Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 33.1 gevolgd.