direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: BP Kern Nuth
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0951.BPkernnuth-VA06

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen waaronder watergangen en waterberging, met bijbehorende taluds en bermen, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem;
  • b. en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals kunstwerken en kademuren.

Toegelaten zijn:

  • a. waterpartijen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen;
  • c. groen, als bedoeld in artikel 10, echter uitsluitend indien daardoor de hoeveelheid oppervlaktewater niet wordt verminderd.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 31.2.

19.2 Bouwregels

Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het beheer en de daarbij behorende voorzieningen, zoals steigers, kademuren en oeverbeschoeiingen, mits de bouwhoogte van deze bouwwerken niet meer bedraagt dan 3,50 m..

19.3 Specifieke gebruiksregels
19.3.1 Gebruik van de grond voor opstallen.

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een andere wijze strijdig met deze bestemming.

19.4 Aanlegvergunning
19.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van water;
  • d. Burgemeester en Wethouders verlenen de vergunning slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • e. er is geen aanlegvergunning vereist voor de waterhuishoudkundige elementen en structuren waarop de keur van het waterschap van toepassing is.

19.4.2

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.