14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
-
b. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast;
-
c. het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel verzinken van water met behulp van waterbuffers;
met daaraan ondergeschikt:
-
d. extensief recreatief medegebruik.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 30.2.
14.4 Aanlegvergunning
14.4.1
Het is verboden op of in de tot 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
-
e. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of anderszins verlagen van de grondwaterstand;
-
f. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
-
g. het geheel of gedeeltelijk aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen;
-
h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van graften, bosstroken, groenstroken en/of grasbanen.
14.4.2 Het in 14.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
-
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
-
b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
-
c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
-
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.
14.4.3
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 14.4.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Een en ander dient met een onderbouwing te worden aangetoond.
14.4.4
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.