Artikel 6 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen;
-
b. bedrijfswoningen;
-
c. duurzaam, bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;
-
d. en daarbij behorende voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen of aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 31.2.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen
Op de voor 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
-
a. gebouwen, geen woningen zijnde, waaronder een kantoor, een winkel en een wasstraat;
-
b. ondergrondse opslagtanks en bijbehorende vulpunten;
-
c. één bedrijfswoning per bouwperceel;
-
d. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
6.2.2 Regels voor het bouwvlak
-
a. Gebouwen worden in het bouwvlak gebouwd.
-
b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, onder de voorwaarde dat op eigen terrein in voldoende mate in de parkeerbehoefte wordt voorzien, overeenkomstig het parkeerbeleid.
-
c. Gebouwen, geen woning zijnde, mogen in niet meer dan één bouwlaag worden gebouwd.
-
d. De hoogte van een bouwlaag bedraagt maximaal 3.50 m.
-
e. Gebouwen worden plat afgedekt.
-
f. De inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 800 m³.
-
g. Een bedrijfswoning dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 20.2.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan het bepaalde in artikel 26.4.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 m., nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond, anders dan voor:
-
a. open bedrijfsterrein;
-
b. tuin en/of groenvoorzieningen;
-
c. parkeervoorzieningen;
-
d. opslagdoeleinden, ten behoeve van normaal bij de bestemming van de grond behorend gebruik. Als verboden gebruik wordt in ieder geval aangemerkt de opslag van vuurwerk.
6.4.2 Gebruik van de opstallen
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van de opstallen voor:
-
a. detailhandel, met uitzondering van de verkoop van nevenproducten, dan wel producten waarvan de verkoop voortvloeit uit, en ondergeschikt is aan het benzinestation, mits de verkoopruimte één geheel vormt met het brandstofverkooppunt en de bruto bedrijfsvloeroppervlakte van de detailhandelsactiviteiten niet meer bedraagt dan 75 m²;
-
b. horecadoeleinden, anders dan voor het nuttigen van ter plaatse verkrijgbare spijzen en dranken en voorts ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
-
c. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als verboden gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen' wijzigen in de bestemming 'Wonen' zoals bepaald in artikel 29.4. Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid wordt de procedure ex artikel 3.6 Wro gevolgd.