Artikel 4 Agrarisch met waarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. duurzaam agrarisch bedrijfsmatig gebruik;
-
b. behoud en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' is het gebruik van de gronden als tuin toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
-
d. ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
-
e. recreatief medegebruik;
-
f. duurzaam, bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 27.2.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Op de voor 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Op de voor 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van omheiningen en/of erfafscheidingen, uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen tot een maximale hoogte van 1,50 meter.
4.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor kleinschalige recreatieve voorzieningen zoals bepaald in artikel 24.3.
Bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid wordt de procedure in artikel 26.1 gevolgd.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond:
-
a. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
-
b. als sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
-
c. voor het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
-
d. voor het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
-
e. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
-
f. voor opslagdoeleinden dan wel definitieve berging, zoals onder andere het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen alsmede tuinafval, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
-
g. als terrein voor het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet;
-
h. voor nieuwvestiging van een niet grondgebonden agrarisch bedrijf.
4.5 Aanlegvergunning
Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch met waarden ' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
d. het aanleggen van groenstroken, waaronder begrepen lijnvormige elementen en grasbanen, anders dan ter bestrijding van erosie en voorkoming van wateroverlast;
-
e. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van graften, bosstroken en grasbanen;
-
f. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolge kunnen hebben;
-
g. het bebossen van gronden;
-
h. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen t.b.v. de winning van delfstoffen.
4.5.2. Het bepaalde in 4.5.1 is niet van toepassing voor:
-
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
-
b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
-
c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
-
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
4.5.3. De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 4.5.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Een en ander dient met een onderbouwing te worden aangetoond.
4.5.4. Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden ' wijzigen in de bestemming 'Water' zoals bepaald in artikel 25.3.
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid wordt de procedure ex artikel 3.6 Wro gevolgd.