direct naar inhoud van Hoofdstuk 3 Algemene regels
Plan: Buitengebied Nederweert 1e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPbgbpartherz2012-VA01

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert', vastgesteld door de gemeenteraad van Nederweert op 24 november 2009, zoals onherroepelijk geworden bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 oktober 2011 (zaaknummer 201000964/1/R3) blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • in artikel 28.1.1. wordt in sub c na de woorden "Van deze wijzigingsbevoegdheid" het woord "kan" ingevoegd;
  • aan artikel 28.1.1 een sub e wordt toegevoegd, dat als volgt luidt:
    "teneinde de bestemming Water - Watergang aan gronden toe te kennen ten behoeve van de aanleg of verplaatsing van watergangen."
  • aan artikel 28.1.1. wordt een sub f toegevoegd, dat als volgt luidt:
    "de landschapselementen zoals aangegeven op de in Bijlage 6 opgenomen Kaart landschapselementen' te verwijderen. Van deze wijzigingsbevoegdheid kan alleen gebruik worden gemaakt wanneer dit past in het inrichtingsplan Sarsven en de Banen."
  • aan de aanhef in artikel 28.1.2. wordt de verwijzing naar 28.1.1 a, b en c gewijzigd in een verwijzing naar 28.1.1. a, b, c en e.
  • in artikel 28.1.1. sub c wordt het woord "herverkavelingsplan" vervangen door "inrichtingsplan".
  • artikel 30 wordt vervangen door een nieuw artikel 30 dat als volgt luidt:

"Artikel 30 Molenbiotoop

30.1 Algemeen

Binnen de op de verbeelding aangeduide vrijwaringszone molenbiotoop zijn de gronden primair bestemd voor de aanleg en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.


30.2 Bouwregels

Op de voor Molenbiotoop aangewezen gronden mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken:

  • a. binnen een afstand van 100 meter uit de molen, niet meer bedragen dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van die molen;
  • b. binnen een afstand van 100 tot 400 meter van de molen, niet meer bedragen dan 1/100 van die afstand tussen bouwwerk en die molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek.


30.3 Afwijken van de bouwregels


30.3.1 Algemeen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 30.2 teneinde hogere bouwwerken op te richten overeenkomstig de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.


30.3.2 Afwegingskader

Een in 30.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige.


30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
  • b. het ophogen van gronden.


30.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 30.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan vergunning is verleend;


30.4.3 Afwegingskader

Een in 30.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen onafhankelijke ter zake deskundige."

  • in de tabel van artikel 32.3.1 wordt in de vijfde kolom, de derde rij, achter het woord "ja", de zinsnede ",uitsluitend voor zover het betreft het vergroten van het agrarisch bouwvlak".