direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding - Riool
Plan: Kern Leveroy
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPLeveroy2010-VA01

Artikel 13 Leiding - Riool

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van de rioolpersleiding.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse van de verbeelding aangewezen andere bestemmingen, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de leiding.

Alvorens te beslissen omtrent een afwijking als bedoeld in 13.3 wordt het advies ingewonnen van de beheersinstantie van de in 13.1 bedoelde leiding.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de tot Leiding - Riool bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/ of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    • 2. het aanbrengen, vellen en/of rooien van beplantingen en/ of bomen;
    • 3. het wijzigen van watergangen en het uitvoeren van afgravings- en ontgrondingswerkzaamheden anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 m;
    • 4. het ophogen van gronden.
  • b. Het onder 13.4.a vervatte verbod geldt niet voor:
    • 1. werkzaamheden, welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de gasleiding;
    • 2. het rooien of vellen van bestaand houtgewas in het kader van normale verzorging en onderhoud;
    • 3. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
    • 4. weken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 13.4. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de gasleidingen en/of schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.
  • d. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 13.4.a wordt het advies ingewonnen van de beheersinstantie van de in 13.1 bedoelde leiding.

13.4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in 13.4 onder a wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 7.10 van de Wet op de ruimtelijke ordening.