direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Hoebenakker 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPHoebenakker2013-OH01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch grondgebruik;
  • b. hobbymatig agrarisch getint grondgebruik;
  • c. extensieve dagrecreatie, inclusief semi-verharde parkeervoorzieningen;
  • d. versterking van de aanwezige landschappelijke en stedenbouwkundige structuur;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. statische opslag in gebouwen;

met de daarbij behorende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de onder a en b genoemde functies, zoals kleinschalige picknickplaatsen, rustplaatsen, zitbanken, afvalbakken en borden;
  • h. voorzieningen van openbaar nut.

3.2 Specifieke gebruiksregels

3.2.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van de gronden en/ of bebouwing in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het opslaan van oude metalen, schroot, lompen, papier, puin of vuilnis;
  • b. het opslaan van rij- en voertuigen, die voor de sloop bestemd zijn, of reeds gedeeltelijk gesloopt zijn of daaruit reeds gesloopte materialen;
  • c. het beoefenen of het gebruiken voor de motorsport;
  • d. het houden van wedstrijden met motorrijtijgen of (brom)fietsen;
  • e. het racen of crossen met motorrijtuigen of (brom) fietsen;
  • f. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  • g. als standplaats voor wagens geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • h. als standplaats voor woonwagens;
  • i. als camping;
  • j. als mestopslag;
  • k. het gebruik van bouwwerken voor een speelautomatenhal;
  • l. het gebruik van bouwwerken voor de stand- of ligplaats voor onderkomens.

3.3 Wijzigingsbevoegdheid

3.3.1 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van:

  • a. de bestemming 'agrarisch', wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voorzover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten
  • b. de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 5' wijzigen in de bestemming wonen.

3.3.2 Afwegingskader

Een in 3.3.1 lid a genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de wijziging met het oog op praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt;
  • b. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden plaatsvindt.

Een in 3.3.1 lid b genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. er niet meer dan 125 woningen worden toegestaan zijnde vrijstaande woningen, vrijstaand geschakelde woningen, halfvrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen en patiowoningen, met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven, als ook wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, speelvoorzieningen en voorzieningen van openbaar nut;
  • b. wordt aangetoond dat er behoefte bestaat aan de woningen;
  • c. de woningen dienen te passen in de geldende Regionale Woonvisie;
  • d. op de verbeelding behorende bij het wijzigingsplan een bouwvlak wordt ingetekend;
  • e. op de verbeelding behorende bij het wijzigingsplan eventueel een zone voor bijgebouwen wordt ingetekend;
  • f. de goothoogte van hoofdgebouwen niet meer dan 7 meter mag bedragen;
  • g. de bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer dan 11 meter mag bedragen;
  • h. indien nodig, uit onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor wat betreft externe veiligheid; hiertoe wordt de regionale brandweer gehoord;
  • i. indien nodig, uit onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor wat betreft luchtkwaliteit;
  • j. uit onderzoek blijkt dat de bodem geschikt is voor betreffend gebruik;
  • k. indien nodig, uit onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor wat betreft geluid;
  • l. er dient overeenstemming met de provincie te zijn over de aanpak van de bodemverontreiniging;
  • m. er dient te worden voldaan aan het bepaalde in de Flora- en Faunawet;
  • n. de ontwikkelingen leiden tot een landschappelijke kwaliteitsverbetering;
  • o. de parkeerbalans niet onevenredig wordt aangetast;
  • p. overleg met het waterschap plaatsvindt in het kader van de watertoets;
  • q. geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden plaatsvindt;
  • r. een planschaderisicoanalyse wordt uitgevoerd.

3.3.3 Procedureregels

Bij het verlenen van een wijziging nemen Burgemeester en wethouders ingevolge artikel 3.6 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening, de procedure als opgenomen in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht in acht, waarbij de termijn van tervisielegging 6 weken bedraagt.