direct naar inhoud van Artikel 21 Wonen
Plan: Mook en Molenhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0944.BPMOOKMOLENHOEK-VA01

Artikel 21 Wonen

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    - 'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;
    - 'gestapeld': gestapelde woningen;
    - 'twee-aan-een': twee-aaneen gebouwde woningen;
    - 'vrijstaand': vrijstaande woningen;
    - 'specifieke bouwaanduiding - twee-aaneen en vrijstaand': twee-aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen;
    - 'specifieke bouwaanduiding - aaneengebouwd, twee-aaneen en vrijstaand': aaneengebouwde woningen, twee-aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen;
    met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal nieuwe woningen is toegestaan;
  • b. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 70 m2, mag worden gebruikt ten behoeve van deze functie;
  • c. detailhandel aan huis in tweedehands kleding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • d. dienstverlening zoals kappers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • e. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • f. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • g. een ontsluiting ten behoeve van nabijgelegen woningen ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
  • h. een woonwagenstandplaats met maximaal 4 woonwagens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  • i. een vogelkwekerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - vogelkwekerij', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • j. een edelsmid, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - edelsmid', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • k. een hondentrimsalon, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - hondentrimsalon', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • l. een taxibedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - taxibedrijf', met dien verstande dat de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • m. een pension voor werknemers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - pension werknemers';
  • n. zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, tuinen, erven en ontsluitings- en parkeervoorzieningen.

21.2 bouwregels
21.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij:
    - vrijstaande woningen: aan twee zijden minimaal 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding 2' deze afstand minimaal 2 m mag bedragen;
    - twee-aan-een gebouwde woningen: aan één zijde minimaal 3 m;
    - aaneengebouwde woningen: aan één zijde van de eindwoning minimaal 3 m;
  • c. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' dan wel 'maximale bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. de inhoud van een hoofdgebouw, inclusief de binnen het bouwvlak gebouwde bijbehorende bouwwerken, bedraagt maximaal 1.200 m3, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' de inhoud maximaal de aangegeven inhoud mag bedragen;
21.2.2

Bijbehorende bouwwerken mogen binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn met dien verstande dat erkers zijn toegestaan vóór de voorgevelrooilijn, mits:
    • 1. deze ondergeschikt zijn aan de hoofdbebouwing;
    • 2. de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt;
    • 3. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 4. de hoogte niet meer bedraagt dan het vloerpeil van de eerste verdieping dan wel, als het hoofdgebouw slechts uit één verdieping bestaat, mag de hoogte niet meer bedragen dan het hoofdgebouw;
    • 5. de afstand tot de bestemmingen Verkeer tenminste 3,5 meter bedraagt;
    • 6. in geval van een hoekwoning uitsluitend aan één gevel wordt aangebouwd;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 3,3 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • c. indien gebouwd aan de zijgevel van het hoofdgebouw mogen bijbehorende bouwwerken in de zijdelingse bouwperceelgrens worden gebouwd met uitzondering van bijbehorende bouwwerken aan één zijde van het hoofdgebouw ten behoeve van een vrijstaande woning waarbij de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 3 m bedraagt;
  • d. gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw maximaal 80 m2 met dien verstande dat:
    • 1. het bebouwingspercentage van het gedeelte van het bouwperceel, waarop het hoofdgebouw niet mag worden gebouwd, maximaal 60% bedraagt;
    • 2. voor de berekening van de oppervlakten en het bebouwingspercentage op grond van dit lid niet worden meegerekend bijbehorende bouwwerken die zijn gebouwd op gronden waar tevens het hoofdgebouw mag worden gebouwd;
    • 3. in afwijking van sub 2 wel de oppervlakte van binnen het bouwvlak gebouwde bijbehorende bouwwerken wordt meegerekend die uitkomt boven de in dit artikel voorgeschreven maximale inhoudsmaat voor het hoofdgebouw inclusief de binnen het bouwvlak gebouwde bijbehorende bouwwerken.
21.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal:

  • a. antennes 15 m;
  • b. pergola's, tuinmeubilair, vlaggenmasten 4 m;
  • c. erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak en de aanduiding
  • d. 'bijgebouwen' 1 m;
  • e. erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van het bouwvlak en de aanduiding
  • f. 'bijgebouwen' 2 m;
  • g. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.
21.2.4

In afwijking van het bepaalde in artikel 21.2.1 tot en met artikel 21.2.3 gelden ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een woonwagen bedraagt maximaal 60 m2;
  • b. de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken per woonwagen bedraagt maximaal 50 m2;
  • c. de goot- en bouwhoogte van woonwagens en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3,30 m respectievelijk 6 m;
  • d. de afstand van woonwagens tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • e. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 8 m.
21.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 21.2, nadere eisen te stellen ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit ten aanzien van:

  • a. de situering van bijbehorende bouwwerken ten opzichte van het hoofdgebouw;
  • b. de situering en afmetingen van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
21.4 afwijken van de bouwregels
21.4.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in artikel 21.2.1 voor het bouwen van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', mits het bouwvlak met maximaal 5 m wordt overschreden, het hoofdgebouw minimaal 10 m van de achterperceelsgrens wordt gebouwd en de uitbreiding stedenbouwkundig passend is;
  • b. van het bepaalde in artikel 21.2.1 onder d voor het bouwen van woningen met een maximale inhoud van 1.500 m3, mits de perceelsomvang dit uit stedenbouwkundig opzicht toelaat;
  • c. van het bepaalde in artikel 21.2.2 en 21.2.3 voor het toestaan van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijnde buiten de zone 'bijgebouwen', mits dit stedenbouwkundig en verkeerstechnisch passend is;
  • d. van het bepaalde in artikel 21.2.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – ontheffingsgebied 1' voor het toestaan van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak met een oppervlakte van maximaal 20 m2 per woning en een bouwhoogte van maximaal 3 m mits dit stedenbouwkundig passend is;
  • e. van het bepaalde in artikel 21.2.3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – ontheffingsgebied 1' voor het toestaan van erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van 2 m, mits dit stedenbouwkundig passend is en niet vóór de voorgevel.
21.5 afwijken van de gebruiksregels
21.5.1 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1: voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten aan huis in het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. medewerking bij activiteiten die vallen onder artikel 2.1, lid 1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt slechts verleend, indien de nadelige gevolgen op woon- en leefomgeving worden gereduceerd;
  • c. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • d. het bedoelde gebruik door de hoofdbewoner(s) dient te worden uitgeoefend;
  • e. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • f. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • g. de bedrijfsactiviteiten aan huis beperkt zijn tot categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • h. reclame-uitingen worden bevestigd aan de voorgevel en beperkt zijn tot een afmeting van maximaal 0,5 m2;
  • i. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
  • f. ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten aan huis maximaal 70 m2 van het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk hiervoor mag worden aangewend.
21.5.2 internetverkoop activiteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1: voor de uitoefening van internetverkoop activiteiten aan huis in het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
  • b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. het bedoelde gebruik door de hoofdbewoner(s) dient te worden uitgeoefend;
  • d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
  • e. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • f. reclame-uitingen worden bevestigd aan de voorgevel en beperkt zijn tot een afmeting van maximaal 0,5 m2;
  • g. de internetverkoop op dezelfde locatie niet mag leiden tot detailhandel, waaronder verstaan wordt het met of zonder afspraak ontvangen van klanten aan huis voor bezichtiging, verkoop en/of het afhalen van producten;
  • h. het aantal transportbewegingen met een vrachtwagen voor bevoorrading beperkt is tot 1 per week;
  • i. er buiten de bebouwing op dezelfde locatie geen producten worden gepresenteerd;
  • j. ten behoeve van de internetverkoop activiteiten maximaal 70 m2 van het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk hiervoor mag worden aangewend.
21.5.3 gestapelde woningen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.1 en artikel 21.2 voor het bouwen van gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied 2', met dien verstande dat:

  • a. het maximum aantal te bouwen woningen binnen het bouwvlak niet mag toenemen;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte van toepassing blijft;
  • c. buitengalerijen en balkons niet zijn toegestaan aan de achterzijde van de woningen;
  • d. geen gebruik kan worden gemaakt van deze afwijkingsbevoegdheid, indien er reeds gebruik is gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid op grond van artikel 21.6;
  • e. het hoofdgebouw tenminste 3 m uit de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd.
21.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' wijzigen, teneinde het bouwvlak te vergroten voor de bouw van één vrijstaande woning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het maximum aantal te bouwen woningen ter plaatse neemt niet toe;
  • b. de maatvoering en de positionering van de woningen sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
  • c. op eigen terrein, dan wel in het openbaar gebied, wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. er wordt aandacht besteed aan de aspecten water, archeologie, flora en fauna, verkeer en milieu;
  • e. van deze wijzigingsbevoegdheid kan geen gebruik worden gemaakt, indien er reeds gebruik is gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid op grond van artikel 21.5.3.