Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0938.BP05000-VG01 |
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de inrichting en het onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering, alsmede voor tijdelijke voorzieningen voor het Grensmaasproject.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 51.5.
Op de tot 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, uitgezonderd andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, nodig voor het behoud en onderhoud van de waterkering, met een bouwhoogte van maximaal 3.00 meter.
Bestaande bouwwerken mogen in hun huidige omvang worden gehandhaafd.
Met dien verstande dat geen onevenredige nadelige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 42.2 en toegetsaan worden dat op de gronden binnen deze bestemming wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik gronden en opstallen voor en/of als:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bepaalde in 42.5.1 is niet van toepassing voor werken of werkzaamheden welke:
De in 42.5.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 42.1 genoemde doeleinden niet onevenredig nadelig worden of kunnen worden aangetast, gehoord de waterkeringsbeheerder. Voor zover het betreft een vergunning waarbij de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het geding is, wordt vooraf het waterschap gehoord.